8.2 enzymen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

8.2 enzymen

Eerst nog even 8.1 bespreken.

Welke vragen heb je nog over 1.1?
Welke begrippen/opgaven?

vraag 1) Noem drie kenmerken van
organische moleculen.

organisch en anorganisch

* groot molecuul

* bevat i.i.g. C, H en O

* bevat veel energie

* klein molecuul

* kan van alles bevatten

* bevat weinig energie

Stofwisseling?

assimilatie + dissimilatie

assimilatie + dissimilatie

Leg dit uit.

LICHT = Fotonen (lichtpakketjes) bij fotosynthese. 

Die ATP wordt meteen gebruikt om glucose te maken - assimilatie!

DISSIMILATIE = energie uit verbindingen die vrijgekomen is bij verbranding.

1) noteer woorden waarvan je niet meer weet wat ze betekenen

2) beschrijf het voornaamste verschil tussen een autotroof en heterotroof

LEERDOELEN

8.2

1 * je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven

2 * je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven

aan de slag - in stilte!

Maak opdracht 14 t/m 23.

KLAAR? Begin een begrippenlijst van 8.3.

DAARMEE KLAAR? Lees en maak de opgaven van 8.3.

en dan nu...

Lezen 8.2 Chemie in de cel

Maken opdracht 14 t/m 23.

HUISWERK 

1) Kijk het filmpje van Biologie met Joost | Havo5 | Stofwisseling in de cel | Paragraaf 3 Fotosynthese . Link te vinden op de ELO.

2) Werk de bijbehorende vragen (zie ELO/Magister) uit in je schrift. 

3) Maandag bij binnenkomst laten zien!

1 * je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven
2 * je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven

enzym

Hoe werkt een enzym?

actieve centrum

invloed enzym op activeringsenergie

https:

bouw enzym

Een enzym is een eiwit.

De vorm is belangrijk 

voor de taak.

functie enzymen

Enzymen worden gebruikt bij opbouw en afbraak van moleculen.

* dissimilatie: afbraak of splitsing van moleculen

*assimilatie: opbouw van moleculen

enzym 

* naam eindigt vaak op -ase 

- maltase, amylase, lipase 

* enzymen zijn substraatspecifiek

* sleutel/slot principe

* elk enzym kan maar 1 soort reactie versnellen

* enzymen worden niet opgebruikt

stof waar het enzym op inwerkt

optimumtemperatuur

optimum pH

reactieversnellers van stofwisselingsreacties

gereedschappen van de cel

bij lichaamstemperatuur is het te koud om in een cel normaal gesproken reacties te laten plaatsvinden

reactiespecifiek

herbruikbaar

substraatspecifiek

substraat = stof die wordt bewerkt

pH in het maagdarmkanaal

to do!

1.2 opdracht 11 t/m 21

begrippenlijst 1.2 maken

af? begin aan 1.3