Les 4: Transport door membranen

Les 4
  • 2.1: 1 t/m 13 + 2.5: 1, 2 nakijken + vragen stellen
  • Terugblik
  • Tabel kenmerken van cellen
  • Transport door membranen
  • Diffusie + osmose
  • Huiswerk
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Les 4
  • 2.1: 1 t/m 13 + 2.5: 1, 2 nakijken + vragen stellen
  • Terugblik
  • Tabel kenmerken van cellen
  • Transport door membranen
  • Diffusie + osmose
  • Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een autotroof en heterotroof organisme?

Slide 3 - Carte mentale

Bacterien, schimmels en planten
             Domein/Rijk
Kenmerk
Bacterie
Schimmel
Plant
Dier
Aantal cellen
1 of meercellig
Formaat
1 - 10 μm
10 - 100 μm
Celkern
Celwand
Cellulose
Plastiden
Soms
Vacuole
Flagel
Soms
Autotroof
Heterotroof
ja
Binas
79C
Overig
Antibiotica

Slide 4 - Diapositive

Wat ga je doen?
  • Afmaken 2.5: 1 t/m 15 voor donderdag
  • Extra uitleg + oefeningen, zie studiewijzer!

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen en begrippen
7. Ik kan de verschillende varianten van transport benoemen en herkennen
Transporteiwitten, passief transport, diffusie, netto-transport, osmose, actief transport, endo- + exocytose

Bron 12 + 14 en binas 79D

Slide 6 - Diapositive

Diffusie
= de verplaatsing van moleculen van een hoge concentratie moleculen naar een lage concentratie moleculen tot er een evenwicht situatie is ontstaan

Slide 7 - Diapositive

Osmose
= de verplaatsing van watermoleculen van een plek met een hoge concentratie watermoleculen (lage osmotische waarde) naar een plek met een lage concentratie (hoge osmotische waarde) watermoleculen
Bron 17
Osmotische waarde
Concentratie opgeloste stof in een oplosmiddel

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen en begrippen
8. Ik kan beredeneren hoe watertransport door de celmembraan verloopt (osmose)
9. Ik kan uitleggen hoe cellen reageren op een hyper-, iso-, of hypotone omgeving
Osmotische waarde, hypertonisch, isotonisch, hypotonisch, plasmolyse, turgor, (selectief)permeabel

Slide 9 - Diapositive

Wat ga je doen?
  • Leren 2.1
  • Afmaken 2.5: 1 t/m 15 voor donderdag
  • Lezen 3.3
  • Maken 3.3: 1 t/m 14 voor maandag
  • Extra uitleg + oefeningen, zie studiewijzer!

Slide 10 - Diapositive