Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
De tijd van burgers en stoommachines
Slide 1 - Diapositive
De grondwet
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Vidéo
Hoe heette de koning die de grondwet invoerde?
A
Karel V
B
Willem V
C
Willem II
D
Willem Alexander
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Hoe oud moet je in Nederland zijn om te stemmen?
A
16 jaar
B
17 jaar
C
18 jaar
D
19 jaar
Slide 6 - Quiz
Door de uitvinding van de stoommachine kwamen er machines en fabrieken. Steeds meer mensen verhuisden naar de stad.
Slide 7 - Diapositive
De lonen waren laag, zo maakten de ondernemers veel winst. Arbeiders verdienden zo weinig dat hun kinderen moesten meewerken om genoeg te kunnen verdienen. Arbeiders woonden in slechte, kleine huizen.
Slide 8 - Diapositive
Alleen rijke mensen mochten stemmen. Gewone mensen wilden ook stemmen. Dit is een actie voor kiesrecht.
Slide 9 - Diapositive
Kinderen werkten vaak op jonge leeftijd lange dagen in de fabriek. Daar kwam een einde aan toen Kinderarbeid werd verboden
Slide 10 - Diapositive
Kinderen van 6 tot 12 jaar moesten naar school. In de tijd van burgers en stoommachines werden steeds meer wetten gemaakt die het leven van arme en zwakke mensen verbeterden. De grondwet werd veranderd. Hierdoor kreeg het volk langzaamaan meer macht.
Slide 11 - Diapositive
Waar
Niet waar
Kinderen tussen 6 en 12 jaar werkten nooit in fabrieken
Door de komst van fabrieken gingen meer mensen in de stad wonen