Lezen 4.3 - 1 kgt

Formuleren 7.3
MH1
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Formuleren 7.3
MH1

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kunt signaalwoorden herkennen die een opsomming of tegenstelling aangeven;

- Je kunt de regels voor verwijswoorden goed toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Signaalwoorden

Slide 3 - Diapositive

Welk signaalwoord uit onderstaande zinnen geeft een opsomming aan?

Hij werkt hard. Vervolgens haalt hij goede cijfers.

Slide 4 - Question ouverte

Welk signaalwoord uit onderstaande zinnen geeft een opsomming aan?

Zij houdt van voetbal. Daarnaast vindt ze het leuk om te zwemmen.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft in deze zin een tegenstelling aan?

Ik heb geen zin in school, maar ik moet er toch naartoe.

Slide 7 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft in deze zin een tegenstelling aan?

De leerling moest om half 9 beginnen. Ze had haar wekker echter niet gezet.

Slide 8 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft in deze zin een tegenstelling aan?

Hij had niet goed geleerd voor de toets. Toch haalde hij een voldoende.

Slide 9 - Question ouverte

Verwijswoorden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo


Opdracht: bekijk de zinnen die dadelijk op het scherm verschijnen. Vul de juiste verwijswoorden in.

Slide 12 - Diapositive

 1. In mijn agenda, … ik altijd bij me heb, houd ik al mijn afspraken bij.
  2. Guido vroeg zich af of zijn ouders … wel hadden horen thuiskomen.
  3. Mijn zusje vindt haar hartsvriendin, … in dezelfde klas zit, de allerliefste.
  4. Dat liedje ken ik wel, maar ik weet niet van wie … is.
  5. Roza heeft eindelijk een baantje gevonden … ze leuk vindt.
  

Slide 13 - Diapositive

 1. In mijn agenda, die ik altijd bij me heb, houd ik al mijn afspraken bij.
  2. Guido vroeg zich af of zijn ouders hem wel hadden horen thuiskomen.
  3. Mijn zusje vindt haar hartsvriendin, die in dezelfde klas zit, de allerliefste.
  4. Dat liedje ken ik wel, maar ik weet niet van wie het is.
  5. Roza heeft eindelijk een baantje gevonden dat ze leuk vindt.
  

Slide 14 - Diapositive

Let op:

Soms verwijzen woorden ook terug naar een hele zin!

Ons voetbalteam heeft de finale van het voetbaltoernooi gewonnen. Dat vind ik een geweldige prestatie!

Waarnaar verwijst 'dat' ?

Slide 15 - Diapositive

Ik kan de verwijswoorden zoals 'deze, die, dit en dat' op de juiste manier gebruiken.



😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Tips en tops
Wat gaat goed en wat kan beter?

Graag ontvang ik jullie tips en tops.

Dank je wel!

Slide 17 - Diapositive