glaswerk en practica zuur base

Glaswerk
bekerglas
erlenmeyer
horlogeglas
pipet
petrischaaltje
reageerbuis
trechter
maatcilinder
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Glaswerk
bekerglas
erlenmeyer
horlogeglas
pipet
petrischaaltje
reageerbuis
trechter
maatcilinder

Slide 1 - Diapositive

Glaswerk

Slide 2 - Diapositive

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
bekerglas
B
maatbeker
C
maatglas

Slide 3 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
kookkolf
B
maatbeker
C
bekerglas
D
erlenmeyer

Slide 4 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 6 - Question ouverte

het afgebeelde glaswerk is een
A
pipet
B
buret
C
erlenmeyer
D
maatcilinder

Slide 7 - Quiz

Het afgebeelde glaswerk is
A
pipet
B
buret
C
erlenmeyer
D
maatcilinder

Slide 8 - Quiz

Hoe heet dit practicummateriaal?

Slide 9 - Question ouverte

Wat voor soort opstelling is dit?
A
titratie opstelling
B
indamp opstelling
C
fantasie opstelling
D
destillatie opstelling

Slide 10 - Quiz

Grootheden
Eenheden
Meetinstrumenten
kilometer
stopwatch
lengte
lichtsterkte
stroomsnelheid
meter per seconde
uur
weegschaal
kilogram
liniaal
tijdsduur
Volt

Slide 11 - Question de remorquage

Met een weegschaal meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Liter en volume
B
Volume en liter
C
Massa en gram
D
Gram en massa

Slide 12 - Quiz

Bij een titratie wordt natronloog gebruikt om de concentratie azijnzuur in keukenazijn te bepalen. Na toevoeging van 17,20 ml slaat de kleur van de indicator om en is de oplossing geneutraliseerd.

Gegeven: 12,00 ml natronloog reageert met 0,8 mg Azijnzuur.

Vraag: Hoeveel mg Azijnzuur bevat deze keukenazijn?
A
0,56 mg
B
0,12 mg
C
15,00 mg
D
1,15 mg

Slide 13 - Quiz

IS water een zuur of een base?
A
zuur
B
base
C
Geen zuur of base
D
Beide

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er wanneer je een zuur met een base mengt?
A
De oplossing blijft zuur
B
De oplossing wordt basisch
C
De oplossing wordt neutraal
D
Het hangt af van de pH van beide stoffen

Slide 15 - Quiz

Wanneer je fosforzuur laat reageren met ammonia welke zuurbase reactie treedt dan op?
A
H+ + OH- -> H2O
B
2H+ + O2- -> 2H2O
C
2H+ + CO3 2- -> H2O + CO2
D
H+ + NH3 -> NH4 +

Slide 16 - Quiz

Wat is de notatie van ammonia?
A
NH3 (aq)
B
NH3 (g)
C
NH3 (s)
D
NH3 (l)

Slide 17 - Quiz

Wim gebruikt een gootsteenontstopper waar natronloog in zit om een zure oplossing te neutraliseren. Wat is de reactievergelijking van de neutralisatie?
A
H+ + OH- -> H2O
B
2H+ + O2- -> 2H2O
C
2H+ + CO3 2- -> H2O + CO2
D
H+ + NH3 -> NH4 +

Slide 18 - Quiz