3.4 Bouwen

3.4 Bouwen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

3.4 Bouwen

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren
  • Hoe ben jij gebouwd
  • Bouwstoffen: waar heb je die voor nodig?
  • Vegetariers en eiwitten
  • Hoe kom je aan energie?
  • Hoeveel energie heb je nodig?
  • Omrekenen van kilojoule (kJ) naar kilocalorie (Kcal)
  • Wat zijn eetstoornissen?

Slide 2 - Diapositive

Van cel tot lichaam
Van klein naar groot:
cel: bouwsteen
orgaan: bestaat uit cellen
Lichaam: bestaat uit organen

Opbouw cel (van binnen naar buiten):
  • celkern
  • cytoplasma
  • celmembraan

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Soorten Bouwstoffen
Drie soorten bouwstoffen:

Slide 6 - Diapositive

Soorten Bouwstoffen
Drie soorten bouwstoffen:
  1. Eiwitten: voor groei en herstel
  2. Water: Vervoer van stoffen door je lichaam en afvalstoffen afvoeren (bijv. zweten)
  3. Mineralen:
  • Calcium: maken van botcellen
  • IJzer: maken van nieuwe bloedcellen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bouwstoffen voor volwassenen
Vooral voor onderhoud en herstel van je lichaam zoals:

  • Onderhoud van je haar, huid, spieren , botten en gebit;
  • Herstel van je lichaam bij ziekte of een ongeluk.

Slide 9 - Diapositive

Bouwstoffen voor vegetariërs
Vegetariërs eten geen vlees.
Veganisten eten/gebruiken geen dierlijke producten.

Eiwitten uit bijvoorbeeld:
Peulvruchten, zaden, noten, granen, tofu, soja.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees tekstboek, t/m bouwstoffen en vegetariërs
  • Start met de begrippenlijst van par. 3.4
  • Maak opdrachten t/m 9

Slide 11 - Diapositive

Hoe kom je aan energie?
Energie haal je uit energierijke voedingsstoffen:

Koolhydraten (zetmeel en suikers): geeft snel energie;
Vetten: geeft veel energie, maar komt langzamer vrij.

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel energie heb je nodig?
Hoeveelheid afhankelijk van:
  • activiteit (lichamelijk werk of niet)
  • leeftijd (ben je in de groei of niet meer)
  • geslacht (mannen hebben meer nodig dan vrouwen).

Slide 13 - Diapositive

Omrekenen van energie
  • De eenheid van energie is kilojoule (kJ) of kilocalorie (kcal). 
  • Je kunt naar elkaar omrekenen met een formule
  • Let op: in het boek staat een fout!! (zie hieronder)



Slide 14 - Diapositive

Omrekenen van energie
  • De eenheid van energie is kilojoule (kJ) of kilocalorie (kcal). 
  • Je kunt naar elkaar omrekenen met een formule

(kilo)calorie          ----->        (kilo)joule
                                    x 4,2
(kilo)calorie          <-----         (kilo)joule
                                     : 4,2


Slide 15 - Diapositive

Eetstoornissen
Anorexia nervosa: eetstoornis waarbij je niet eet omdat je jezelf te dik vind, terwijl je dat niet bent;

Boulimia nervosa: eetstoornis waarbij je vreetbuien hebt, waarna je spijt hebt en het eten weer kwijt wilt.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees tekstboek  blz. 72 en 73
  • Maak opdracht 15 t/m 20 van paragraaf 3.4
  • Afmaken woordenlijst 3.4
  • Nakijken opdrachten 3.4

Slide 17 - Diapositive