D&P Theorie blok 4 t/m 6 vragen

Wat zijn voorzieningen?
A
Materialen en middelen die je nodig hebt bij het organiseren van een activiteit
B
Materialen en middelen die je nodig hebt bij het bedenken van een activiteit
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat zijn voorzieningen?
A
Materialen en middelen die je nodig hebt bij het organiseren van een activiteit
B
Materialen en middelen die je nodig hebt bij het bedenken van een activiteit

Slide 1 - Quiz

Analyseren
Inventariseren
Samenvatten
Coördineren
de lijst met benodigde materialen en middelen vergelijken met de al aanwezige materialen en middelen van een organisatie
Organiseren dat er goede samenwerking is tussen mensen en-of activiteiten
 jij kunt omschrijven wát het probleem nu precies is, wat de oorzaken kunnen zijn, wie erbij betrokken zijn en wat je nog meer moet weten om het probleem te kunnen oplossen.
In korte zinnen of steekwoorden de kern benoemen van wat de ander heeft gezegd

Slide 2 - Question de remorquage

Hoelang mogen medewerkers achter elkaar werken?
A
10 uur
B
11 uur
C
12 uur
D
13 uur

Slide 3 - Quiz

Hoelang heb je recht op een pauze na 5,5 uur werken?
A
60 minuten
B
45 minuten
C
30 minuten
D
15 minuten

Slide 4 - Quiz

Hoelang heb je recht op een pauze na 10 uur werken?
A
75 minuten
B
60 minuten
C
45 minuten
D
30 minuten

Slide 5 - Quiz

Budget
Subsidie
Sponsoring
dit bedrag gebruik je voor al je uitgaven
een bedrijf geeft je geld dat je mag gebruiken voor een activiteit, in ruil hiervor wil het bedrijf dat je reclame voor hen maakt
geld dat de overheid geeft om activiteiten te bekostigen die nuttig zijn voor de samenleving

Slide 6 - Question de remorquage

Variabele kosten
Vaste kosten
Onvoorziene kosten
kosten die je van te voren niet goed kunt inschatten

 kosten die veranderen omdat er bijvoorbeeld meer of minder deelnemers zijn

kosten die niet veranderen en die hetzelfde blijven

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde in een werkplanning?
Stap 1
Stap 2
Stap 4
Stap 3
maak een tijdsplanning; verdeel de taken over de dag, week of maand. geef per taak aan wanneer de deadline is, dus het uiterste moment dat iets af moet zijn
bepaal de taken; bekijk en zoek uit welke taken je moet doen
bepaal de duur van de taak; maak een inschatting hoeveel tijd een taak kost; zet de taken in de juiste volgorde
bepaal het resultaat van een taak; stel vast wat stap voor stap gedaan moet worden, denk vooraf ook aan de middelen die je hierbij nodig hebt

Slide 8 - Question de remorquage

Basisvoedingsmiddelen: rijst, aardappels, pasta en brood
Kenmerk
Eigenschap
Vult goed
hebben niet veel smaak
drager van andere smaken in een gerecht
meestal goedkope voedingsmiddelen

Slide 9 - Question de remorquage

Basisvoedingsmiddelen: vlees, vis of vleesvervangers
Kenmerk
Eigenschap
mensen vinden vlees en vis vaak lekker
doel is om eiwitten aan de maaltijd toe te voegen
belangrijke bouwstoffen voor de mens

Slide 10 - Question de remorquage

Basisvoedingsmiddelen: groenten en fruit
Kenmerk
Eigenschap
veel vitamines
lekker
veel vezels
gezond

Slide 11 - Question de remorquage

Basisvoedingsmiddelen: oliën en vetten
Kenmerk
Eigenschap
belangrijke bronnen van energie en bouwstoffen voor het lichaam 
gebruik je om je maaltijd klaar te maken en smaak te geven 

Slide 12 - Question de remorquage

Technieken bij het bereiden van gerechten
Snijden
Koken
Roerbakken
Bakken
Opkloppen
Roeren
Mengen
Op smaak maken
Garneren
verhitten van voedsel in een pan of oven
luchtig maken van een voedingsmiddel (slagroom)
met een lepel of spatel iets vermengen
je proeft of de smaken goed zijn en voegt eventueel iets toe
het versieren van gerechten zodat het er aantrekkelijk uitziet
het bij elkaar voegen van verschillende dingen (roeren of kneden)
hiervoor gebruik je een mes
het snel bewegen van voedsel in een hele hete pan
verhitten van voedsel in water 

Slide 13 - Question de remorquage

Hygiëne in de keuken. Hoe maak je iets schoon?
kookplaten/aanrecht
keukenapparatuur
snijmessen
elektrische onderdelen 
magnetron
maak je schoon door een kopje water te verwarmen
afnemen met een schone doek
maak je schoon met een reinigingsmiddelen een doek
maak je schoon met warm water en een sopje
was je in een sopje met heet water

Slide 14 - Question de remorquage

Op welke temperatuur moet je de volgende voedingsmiddelen bewaren?
Vis
Vlees
Zuivel
Groenten
Kruidenierswaren
Diepgevroren producten
minder dan 4 graden Celsius
onder de 8 graden Celsius
bij minder dan 2 graden Celsius
 minder dan 6 graden Celsius
een temperatuur die lager is dan -18 graden Celsius
kamertemperatuur

Slide 15 - Question de remorquage

Wat betekent de FiFo methode?

Slide 16 - Question ouverte