Oefentoets Spelling 2KGT

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Maatwerkuur spelling?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

1. De … (pletten) boterham zag er niet zo smakelijk meer uit.

Slide 11 - Question ouverte

2. De … (verbranden) huid deed veel pijn.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

1. Mijn tante heeft nog niet zo veel schilderijen … (maken).

Slide 14 - Question ouverte

2 Waarom … (fietsen) jij altijd zo hard?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

1. Wij rennen iedere avond hard.
A
tegenwoordige tijd: hele werkwoord
B
tegenwoordige tijd: ik-vorm +t
C
verleden tijd: ik-vorm +te(n)
D
verleden tijd: voltooid deelwoord op +t of +d

Slide 17 - Quiz

2. Heb jij je huiswerk al gemaakt?
A
tegenwoordige tijd: hele werkwoord
B
tegenwoordige tijd: ik-vorm +t
C
verleden tijd: ik-vorm +te(n)
D
verleden tijd: voltooid deelwoord op +t of +d

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

naast het strand van zandvoort is een nieuw circuit geopend en hij heet circuit zandvoort. Op deze racebaan zal max verstappen binnenkort zijn concurrenten proberen te verslaan.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Eén baby – twee …

Slide 22 - Question ouverte

Eén huis – twee …

Slide 23 - Question ouverte

Eén knie – twee …

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

1. Wija vindt … cadeautje veel minder leuk dan die van Patrick.
A
Boris
B
Boris'
C
Boris's
D
Boriss

Slide 26 - Quiz

2. Soms sla ik mijn ontbijt … over, dan krijg ik later hoofdpijn.
A
's ochtends
B
sochtends
C
s'ochtends
D
'sochtends

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Maak een zin met een zelfstandig naamwoord in het meervoud en een apostrof. Gebruik de volgende woorden: kwaliteit – Moussa.

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

hoofdzaken en bijzaken

Slide 31 - Question ouverte

paarse tulpen en gele tulpen

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

plaats een afbreekteken op de juiste plek: autootje

Slide 34 - Question ouverte

plaats een afbreekteken op de juiste plek: afrekening

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Beoordelen – Ik heb de toetsen …

Slide 37 - Question ouverte

Beoordelen – De … toetsen.

Slide 38 - Question ouverte

Reinigen – De velgen zijn …

Slide 39 - Question ouverte

Reinigen – De … velgen.

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

Iets geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage