H2 - P3 - les 2 - 7.2 - spellingsregels

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken

Welkom

Nederlands

Mevrouw Takken

Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

- Welkom

- stillezen

- 7.2 - spelling - samenstellingen - herhalen

- 7.2 - Spelling - beide of beiden?

Doel:

- Je ziet uit welke woorden een samenstelling is opgebouwd

- Je weet hoe je een samenstelling vormt

- Je schrijft samenstellingen juist

- je kiest juist: beide of beiden

Wat gaan we doen vandaag:

Dagopening

Stillezen

Samenstellingen

7.2 - Spellingsregels

poot van een tafel = tafelpoot

hoed voor de zon = zonnehoed

flesje om uit te drinken = drinkflesje

soep van aspergers = aspergesoep

7.2 - Spellingsregels

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen

Kapper + schaar  = kappersschaar

Boek + plank = boekenplank

Het laatste woord is de kern. 

Tussenletters in samenstellingen: 

Waarom soms aan elkaar, met een -(e)n-  ertussen en waarom soms met  -s- ertussen?

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. 

de kamer van een meisje = meisjeskamer

een jack om in te trainen = trainingsjack

Maar soms start het tweede woord met een s-.  

Dan hoor je het niet... 

vervang dan het tweede woord voor een woord dat niet met een s start:

meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?

meisje + fiets =  meisjesfiets                 meisjesschool

Tussenletters in samenstellingen: -s-

De -(e)n-  is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:

Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:

Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:

1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep) 

Uitzonderingen: -(e)n-

Lange samenstellingen

7.2 - Spellingsregels

lange samenstellingen

7.2 - Spellingsregels

Samenstellingen

7.2 - Spellingsregels

Bespreken gemaakte opdrachten

7.2 - Spellingsregels

De kinderen waren beiden/beide enthousiast over het plan van hun ouders.

Beide/beiden huisdieren moesten thuisblijven.

De examenleerlingen studeren hard, alle/allen willen slagen.

7.2 - Spellingsregels - beide of beiden?

7.2 - Spellingsregels - beide of beiden?

H7.3  - Taalverzorging 3 - Spelling

Wat ga je maken:

- Onderdeel C - spellingsregels - tot opdracht 6

- Onderdeel B - helemaal 

Wanneer maak je dit:

- Deze les, anders huiswerk donderdag

Hoe:

Zelf aan de slag

Aan de slag: