2.5 miscommunicatie deel 2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Een hecht team ontstaat niet zomaar. Een team van professionals is niet per definitie een goed team, maar het kan zeker groeien en zich ontwikkelen.
Welke van onderstaande opties is de voornaamste voorwaarde voor een goed team?
A
streng maar rechtvaardig leiderschap
B
persoonlijkheden die elkaar aanvullen
C
goede sfeer
D
eerlijke en duidelijke communicatie

Slide 2 - Quizvraag

Wat is groepsdynamiek?
A
Het effect van een team dat goed samenwerkt
B
De ethische regels die men hanteert binnen een groep
C
De onderlingen verhouding en communicatie van de leden van een groep
D
Een methode om de communicatie binnen een groep te verbeteren

Slide 3 - Quizvraag

Bruce Tuckman beschrijft vijf stadia van groepsontwikkeling. In een bepaald stadium weten de groepsleden wat hun rol in de groep is en wat er van hen wordt verwacht. Nu kan de groep zich helemaal richten op zijn doel.
Dit is het .....
A
Afscheidsstadium
B
Prestatiestadium
C
Vormstadium
D
Normstadium

Slide 4 - Quizvraag

Een belangrijke theorie in de groepsdynamica gaat over het evenwicht binnen een groep

Hoe wordt dit evenwicht ook wel genoemd?
A
Patriarchisme
B
Homeostase
C
Fundamentalisme 
D
Houvast

Slide 5 - Quizvraag

Bruce Tuckman beschrijft vijf stadia van groepsontwikkeling. In een bepaald stadium worden de verhoudingen duidelijk. Er zijn leiders en volgers. De groepsleden kennen elkaar nu goed genoeg om elkaar kritiek te durven geven. Er kunnen irritaties en conflicten ontstaan. In dit stadium heeft de groepsleider een sturende rol. Hij helpt conflicten op te lossen en zorgt ervoor dat niemand buiten de groep valt.
Hoe heet dit stadium?
A
Stormstadium
B
Vormstadium
C
Normstadium
D
prestatiestadium

Slide 6 - Quizvraag

Bij communicatie is het belangrijk dat je onderscheid maakt tussen waarneming en interpretatie.

Vraag:
Welke van onderstaande opties is een interpretatie?
A
Zijn stem wordt steeds luider
B
Hij loopt beledigd weg
C
Hij heeft zijn armen over elkaar
D
Hij loopt weg zonder iets te zeggen

Slide 7 - Quizvraag

Er is een verschil tussen betekenis en interpretatie.

Stelling:
Interpretatie bestaat uit .....
A
persoonlijke associaties
B
betekenissen van woorden
C
absolute feiten
D
waarnemingen

Slide 8 - Quizvraag

Interpretatie is 
A
hetzelfde als waarneming
B
objectief
C
invulling geven aan 
D
duidelijk

Slide 9 - Quizvraag

Bij communicatie is het belangrijk dat je onderscheid maakt tussen waarneming en interpretatie.
Welke van onderstaande opties is een interpretatie?
A
Ze kijkt met niet aan
B
Ze geeft korte antwoorden
C
Ze draait haar hoofd weg
D
Ze is niet geïnteresseerd in mijn verhaald

Slide 10 - Quizvraag

De ontvanger kan ook voor storing zorgen, zonder dat de zender daar iets aan kan doen.

Bij het decoreren van de boodschap zorgt vooral ..... voor miscommunicatie.
A
een verschil in opleidingsniveau
B
een verschil in mening
C
het eigen refenertiekader
D
het humeur

Slide 11 - Quizvraag

Watzlawick geeft aan dat interactie op verschillende machtsniveaus kan plaatsvinden.
Stelling:
Als beide mensen op hetzelfde machtsniveau communiceren, spreken we van een ..... interactie.
A
gelijkwaardige
B
evenredige
C
soortgelijke
D
symmetrische

Slide 12 - Quizvraag

Watzlawick heeft een communicatietheorie opgesteld waarbinnen hij vijf belangrijke elementen van communicatie aanwijst.
Stelling:
Eén van deze elementen is dat mensen altijd communiceren.
A
juist
B
onjuist
C
weet niet
D
denk het wel

Slide 13 - Quizvraag

Roddels worden doorgaans als iets negatiefs gezien. Toch hebben ze ook positieve effecten.


Wat is één van deze positieve effecten?
A
uitlaatklep voor frustraties
B
verbeteren van de sfeer
C
vertrouwensband opbouwen
D
corrigeren van elkaars gedrag

Slide 14 - Quizvraag

Roddelen heeft ook een aantal nadelen.


Wat is een nadeel van roddelen?
A
zorgt voor afwijkend gedrag
B
doet af aan je betrouwbaarheid
C
beide antwoorden
D
geen van beide antwoorden

Slide 15 - Quizvraag

ZorgverlenerAnna is pas op een nieuwe afdeling begonnen. Haar baas is erg tevreden met haar want zij werkt altijd hard en maakt geen fouten. Toen Anna een keer veel te laat op zijn werk kwam ging haar baas er daarom direct vanuit dat Anna daar vast niets aan kon doen.
Dit is een voorbeeld van het .....-effect.
A
interpretatie
B
complement
C
halo
D
projectie

Slide 16 - Quizvraag

"Mensen met overgewicht hebben geen discipline.”

Stelling:
Dit is een voorbeeld van een stereotype.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag