Do 29-09-22 SO + K1 L3

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

BR2G
Donnerstag, 29. September 2022

Slide 2 - Tekstslide

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • SO
  • Verder met de weektaak

Slide 3 - Tekstslide

Let op!
  • Hoofdletters: A B C D E F G
onderstrepen (A) of markeren (A) mag.
Opletten! doe dat bij alle hoofdletters (begin zin, zelfstandig naamwoord)
  • Ringels-s: ß

Slide 4 - Tekstslide

SO
  1. Tafels uit elkaar
  2. Kuli --> Kugelschreiber (pen) + evt. markeerstift 
  3. Verder niks op tafel
  4. Ogen op je eigen blaadje
  5. Klaar? blaadje zijkant tafel --> verder met de opdrachten.

Slide 5 - Tekstslide

1.3 Aufgabe 5
Seite 26 im Buch

Slide 6 - Tekstslide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Kapitel 1 Lektion 3: Aufgabe 1 t/m 6 + 8

  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 13:20
  • Fertig (klaar)? leren voor so





An die Arbeit!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ev: enkelvoud
ik, jij, hij/zij/het
mv: meervoud
wij, jullie, zij/u
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
der Mann reist viel. --> de man reist veel.

man reist viel --> men reist veel.

Slide 10 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
wohne
wohnst
wohnt

wohnen
wohnt
wohnen
reise
reist
reist

reisen
reist
reisen
heiße
heißt
heißt

heißen
heißt
heißen
wohnen   reisen     heißen
1. stam? werkwoord -en
2. plaats uitgang die hoort bij het pers vnw
BV.: wohnen - wohn - du wohnst
ezelsbruggetje:
(fe)esttenten

Slide 11 - Tekstslide