Temperatuur en inwendige warmte

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Soorten energie

Slide 2 - Woordweb

In het figuur zie je een voorstelling van het deeltjesmodel van een bepaalde stof.
In welke fase zit deze stof?

A
vaste fase
B
vloeistoffase
C
gasfase

Slide 3 - Quizvraag

In het figuur zie je een voorstelling van het deeltjesmodel van een bepaalde stof.
In welke fase zit deze stof?

A
vaste fase
B
vloeistoffase
C
gasfase

Slide 4 - Quizvraag

In het figuur zie je een voorstelling van het deeltjesmodel van een bepaalde stof.
In welke fase zit deze stof?

A
vaste fase
B
vloeistoffase
C
gasfase

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waar
Niet waar
De temperatuur is een indicatie voor de gemiddelde snelheid
Alle moleculen van eenzelfde soort hebben altijd dezelfde snelheid
Een thermometer meet de temperatuur op een directe manier

Slide 9 - Sleepvraag

Het molecuulmodel bevat een aantal eigenschappen:

- Stoffen bestaan uit kleine deeltjes, de moleculen
- Tussen de moleculen zit ruimte
- In een stof bewegen de moleculen voortdurend
- Moleculen trekken elkaar aan

De energie die nodig is om de afstand tussen moleculen te vergroten: Potentiële energie (Ep)



Slide 10 - Tekstslide


Aggregatietoestanden van een stof








         Vast                                       Vloeibaar                        Gasvormig

Stel deze fasen stellen water voor. 
Welke toestand heeft de grootste gem. kinetische energie? 
Welke temperatuur is het laagst?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar
Niet waar
De snelheid waarmee moleculen in een systeem bewegen, hangt af van de snelheid waarmee het systeem beweegt.
Twee ballonnen zijn gevuld met evenveel helium. De ene ballon heeft een temperatuur van 20°C en de andere ballon heeft een temperatuur van 23°C. Beide ballonnen bezitten evenveel inwendige kinetische energie
Systemen met dezelfde temperatuur hebben een gelijke hoeveelheid inwendige energie

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar
Niet waar
Afgestane warmte houdt automatisch een temperatuurvermindering in.
Warmte is een transportvorm van energie

Slide 17 - Sleepvraag

De temperatuur waarbij moleculen stilstaan
SI-eenheid van warmte
Eenheid van temperatuur in het dagelijkse leven
Symbool van warmte
SI-eenheid van temperatuur
Energie nodig om iets te verwarmen
Kelvin
graad Celsius
Q
joule
het absolute nulpunt
warmte

Slide 18 - Sleepvraag