Economie H56 voorbereiden 2

In een bepaald jaar heeft Nederland een exportquote van 72%. De exportwaarde is dat jaar € 630 miljard.
Bereken voor dat jaar het nationaal inkomen van Nederland. Noteer het bedrag voluit.

A
453,6 mrd
B
875 mrd
C
1.083,6 mrd
D
1.505 mrd
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

In een bepaald jaar heeft Nederland een exportquote van 72%. De exportwaarde is dat jaar € 630 miljard.
Bereken voor dat jaar het nationaal inkomen van Nederland. Noteer het bedrag voluit.

A
453,6 mrd
B
875 mrd
C
1.083,6 mrd
D
1.505 mrd

Slide 1 - Quizvraag

Betalingsbalans
Gebruik de tabellen.
Bereken het saldo op de Nederlandse betalingsbalans in 2020. Zet erbij of dat een overschot of een tekort is.

Slide 2 - Tekstslide


Slide 3 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met internationale arbeidsverdeling?
A
Landen maken alle producten zoveel mogelijk zelf, zodat je zo weinig mogelijk hoeft te importeren
B
Landen maken en exporteren producten die ze goed en goedkoop kunnen maken.
C
Landen proberen hun eigen werknemers zoveel mogelijk internationaal te laten werken.
D
Landen proberen zoveel mogelijk werknemers uit andere landen naar zich toe te halen.

Slide 4 - Quizvraag



A
kapitaal
B
goederen
C
diensten
D
personen

Slide 5 - Quizvraag

Polen maakt deel uit van de Europese Unie. Polen drijft voornamelijk handel met andere EU-landen, maar is geen lid van de Europese Monetaire Unie (EMU). Voor Polen kan het gunstig zijn om lid te worden van de EMU.
Noem een financieel voordeel voor Poolse bedrijven als Polen lid zou zijn van de EMU.

Slide 6 - Open vraag

De Europese Centrale Bank (ECB) streeft naar een inflatiepercentage van 2% in de landen met de euro. Een renteverlaging bij de ECB kan leiden tot een lagere rente bij de banken in de eurozone, waardoor de inflatie kan stijgen.
Leg uit hoe een lagere rente kan leiden tot hogere inflatie.

Slide 7 - Open vraag

Noem twee manieren waarop Nederland zijn goede internationale concurrentiepositie kan behouden.

Slide 8 - Open vraag

Liberia is een arm land in het westen van Afrika. Het land telt 5,2 miljoen inwoners.
Het nationaal inkomen van Liberia is € 6,25 miljard.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking van Liberia. Rond je antwoord af op hele euro’s.

A
1.202
B
832.000
C
1.202.923
D
32,50

Slide 9 - Quizvraag

Een laag inkomen per hoofd van de bevolking en een ongelijke inkomensverdeling zijn twee kenmerken van ontwikkelingslanden. Maar er zijn er meer.
Noem nog twee kenmerken van ontwikkelingslanden.

Slide 10 - Open vraag

Brazilië exporteert veel koffie. In het afgelopen jaar is de ruilvoet van Brazilië verbeterd.
Wat kan hiervoor een verklaring zijn?

A
De koffieprijs is meer gestegen dan de prijs van importgoederen.
B
De koffieprijs is minder gestegen dan de prijs van importgoederen.
C
De exportwaarde van Brazilië is meer gestegen dan de invoerwaarde.
D
De exportwaarde van Brazilië is minder gestegen dan de invoerwaarde.

Slide 11 - Quizvraag

Een vrouw in Bangladesh heeft een microkrediet afgesloten. Zij leent € 32 om een naaimachine en stof te kunnen kopen. Per week betaalt zij € 0,80 aan aflossing en € 0,10 aan rente. Zij betaalt alles netjes volgens afspraak terug.
Bereken de kredietkosten in procenten van het geleende bedrag.

Slide 12 - Open vraag