im injecteren

Im injecteren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Im injecteren

Slide 1 - Tekstslide

Een verzorgende IG moet 300 mg Xylocard intramusculair spuiten. In voorraad is een flacon van 20 mg/ml. Hoeveel ml moet er geïnjecteerd worden?

Slide 2 - Open vraag

 Voorschrift (V) / aanwezig per 1 ml (A).

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 2: Een zuigeling moet intramusculair 4 mg Konakion worden toegediend. In voorraadis een flacon van 5 ml à 10 mg/ml. Hoeveel ml dien je toe?

Slide 4 - Open vraag

Een kind krijgt een injectie van 5 mg Durabolin. In voorraad zijn ampullen van 1 ml= 25 mg. Hoeveel ml dien je toe?

Slide 5 - Open vraag

Iemand moet een zoutoplossing 5% maken van in totaal 80 cl. Hoeveel gram zout heb je hiervoor nodig?

Slide 6 - Open vraag

5% = 5 g /100 ml
80 cl = 80 x 10 = 800 ml
Gram - 5 g 40 g
Milliliter 100 ml 800 ml
Dus je hebt 40 gram zout nodig voor de oplossing.
1% = 1 gram in 100 ml
1% = 1 ml in 100 ml
1% = 10 mg in 1 ml
1% = 100IE in 1 ml

Slide 7 - Tekstslide

Je beschikt over 100ml Lyorthol 10%
Hoeveel ml Lyorthol zit er in de oplossing?

Slide 8 - Open vraag

 1: 1% = 1ml / 100ml
 1: 10% = ?ml / 100ml
 1: kruislings vermenigvuldigen 1% x ? = 10% x 1ml
 1: kruislings vermenigvuldigen 1 x ? = 10 x 1
 1: kruislings vermenigvuldigen ? = 10
 1: 10% = 10ml / 100ml -> 10ml Lyoryhol in 100ml

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je al van IM injecteren?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

  • Medicatie wordt snel en makkelijk opgenomen in de   bloedbaan
  • Sommige medicatie geeft irritatie in onderhuids weefsel

Maximaal toe te dienen hoeveelheid 15 ml

Slide 12 - Tekstslide

Nadelen
  • pijn en angst
  • beschadigingen aan:
             -zenuwbanen
             -bloedvaten
             -botweefsel 

Slide 13 - Tekstslide

op welke plaatsen dien je een intramusculaire injectie toe?

Slide 14 - Open vraag

stappenplan

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer krijgt een zorgvrager een vlindernaaldje?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video