2km woordenschat H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom B2h!

• Doe je telefoon in de bak. 
• Ga naar je vaste plek. (Plattegrond MNG)
• Pak je leesboek, lesboek blz. 143, schrift en pen.

Lesplanning

• Opening/welkom
• Kennismaking
• Stil lezen
• Uitleg theorie
  
• Nakijken
• Mk. opdracht ......
• Evaluatie

Kennismaking

M. van der Ree - de Bruijn * [e-mail]

Wie ben ik?  

Wat verwacht ik van jullie? 

Wat kunnen jullie van mij verwachten?   

Afspraken

Vriendelijk

Veilig

Verantwoordelijk

Vertel eens... 

Zet je voor- en achternaam op je blaadje. 

1. Vertel iets over je hobby's.

2. Wat moet ik over jou weten? 

3. Welke onderdelen bij Nederlands vind je makkelijk? 

4. Welke onderdelen bij Nederlands vind je nog lastig? 

lezen - schrijven - grammatica - spelling - woordenschat - fictie

Ben je klaar? Ga stil lezen!

Lesdoelen

Ik kan een woordraadstrategie gebruiken om achter de betekenis van een samenstelling te komen. 

Ik ken de betekenis van de woorden van opdracht 2. 

Samenstelling

Zelfstandig werken

Nakijken opdracht 2 t/m 5 blz. 143 AB: blz. 50-51

Verbeter je antwoorden heel precies.

Opdracht 2 moet je leren voor de toets.

Maken opdracht 6  en 7 

Klaar? Stil lezen of opdracht 8 

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Maak met het volgende woord een zin. In de zin moet de betekenis van het woord of de woorden duidelijk worden. Je mag de vorm van woorden veranderen.
- vertegenwoordigt -

Maak met het volgende woord een zin. In de zin moet de betekenis van het woord of de woorden duidelijk worden. Je mag de vorm van woorden veranderen.
- in het teken staan van -

Maak met het volgende woord een zin. In de zin moet de betekenis van het woord of de woorden duidelijk worden. Je mag de vorm van woorden veranderen.
- zorgvuldig -

Maak met het volgende woord een zin. In de zin moet de betekenis van het woord of de woorden duidelijk worden. Je mag de vorm van woorden veranderen.
- leerlingenparticipatie -

Maak met het volgende woord een zin. In de zin moet de betekenis van het woord of de woorden duidelijk worden. Je mag de vorm van woorden veranderen.
- workshops -

Huiswerk

Leren: opdracht 2

Maken: opdracht