VWO 4 - 10 février

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bonjour ! 

- Zet je camera aan

- Leg je telefoon naast je, we gaan het gebruiken

Fijne les! 

Aujourd'hui 

- Herhalingsoefening 

- Regarder B 

 Leerdoel : Jullie hebben een herhaling voor het SO gehad.  

"Ik geef hem de foto"

1. Je donne lui la photo
2. Je lui donne la photo

Grammatica

Als er geen heel ww is,moet het persoonlijk vnm voor de persoonsvorm.

Je lui donne la photo. 

"Ik ga hem de foto geven"

1. Je lui vais donner la photo
2. Je vais donner lui la photo
3. Je vais lui donner la photo

Grammatica

Persoonlijke voornaamwoorden als lijdend en meewerkend voorwerp gaan voor een heel ww (als er een heel ww in de zin is). 

Je vais lui donner la photo. 

"Je hebt deze gegeven"

1. Tu les as donné
2. Tu as les donné
3. Tu as donné les

Grammatica

Als er geen heel ww is, moet het persoonlijk vnm voor de persoonsvorm.

Tu les as donné. 

Dit is ook het geval met de ontkenning : "Tu ne les as pas donné."

Tu manges la tomate

Wat is de goede zin waar "un livre" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?

1. Tu la manges
2. Tu le manges
3. Tu les manges
4. Tu leur manges

Tu manges les fruits

Wat is de goede zin waar "les" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?

1. Tu la manges
2. Tu le manges
3. Tu les manges
4. Tu leur manges

Tu donnes un livre à Eva

Wat is de goede zin waar "à eva" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?

1. Tu la donnes
2. Tu le donnes
3. Tu lui donnes
4. Tu leur donnes

Tu donnes un livre à Eva et Adrien

Wat is de goede zin waar "à Eva et Adrien" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?

1. Tu la donnes
2. Tu le donnes
3. Tu lui donnes
4. Tu leur donnes

Tu donnes un livre à Adrien et moi

Wat is de goede zin waar "à Adrien et moi" vervangen is door een persoonlijk voornaamwoord?

1. Tu me donnes
2. Tu nous donnes
3. Tu vous donnes
4. Tu leur donnes

Dat is een mooi verhaal

Verhaal in het Frans?

1. épisode
2. saison
3. histoire
4. rôle

Hij is de film aan het samenvatten

Samenvatten in het Frans?

1. compter
2. se dérouler
3. avoir lieu
4. résumer

Jij bent een held

Held in het Frans?

1. acteur
2. hero
3. régisseur
4. doubleur

Il refuse le rôle

Refuser in het NL?

1. aanmoedigen
2. het accent leggen op
3. weigeren
4. inschatten

Regarder B

Onderwerp : Een docent kunst introduceert een kunstwerk 

16 : Koppel de woorden met het juiste descriptie

17a :  Lees de tuyau

17b : Kijk de video tussen 1:00 en 2:00 zonder geluid en beantwoord de vragen aan de hand van wat je kan zien. Je moet in het Nederlands antwoorden. 

Regarder B

17c : Lees de vragen en kijk nog een keer het filmpje. Kies het goede antwoord. 

19a : Koppel de mogelijkheden om complete zinnen te maken. De zinnen moeten de "Fontaine  Stravinsky" beschrijven. 

Regarder B

Oefeningen 16, 17 en 19a 

Morgen 

SO : Persoonlijke voornaamwoord en Vocabulaire A