Grammatica - Herhaling 4.1 + 4.2

Nederlands
2Y
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
2Y

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Leerdoelen
- Herhalen 4.1
- Aan de slag
- Herhalen 4.2
- Oefenen
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet de betekenis en kenmerken van de ‘gebiedende wijs’.
- Je weet de betekenis en kenmerken van ‘congruentiefouten’.

- Je weet de betekenis en kenmerken van de volgende begrippen: lijdende en bedrijvende vorm.

Slide 3 - Tekstslide

Gebiedende wijs
- Bevel, advies, instructie.
- Het onderwerp wordt in deze zin niet genoemd
--> Dit komt vaak omdat je dichtbij de persoon bent aan wie je een bevel / advies / instructie geeft.
- De persoonsvorm schrijven we volgens de ik-vorm.
Loop toch eens door! 
Snijd de tomaat door de helft.

Slide 4 - Tekstslide

Congruentie
Overeenkomst / afstemming tussen het onderwerp en de persoonsvorm.
Ik loop - wij lopen.
Houd rekening met 'bijzondere' onderwerpen.
Dertig procent van de bevolking is vegetariër.
Een groep leerlingen heeft een tien gehaald.
Een aantal mensen houdt van spruiten.

Slide 5 - Tekstslide

Congruentiefouten
Bij een fout zijn de persoonsvorm en het onderwerp niet op elkaar afgestemd.


Dertig procent van de bevolking zijn vegetariër.
Een groep leerlingen hebben een tien gehaald.
Een aantal mensen houden van spruiten.

Slide 6 - Tekstslide

Congruentiefouten
Daarnaast zijn er nog meer manieren waarop deze fouten kunnen ontstaan:

1. Als het onderwerp en de persoonsvorm (ver) uit elkaar staan, kan het soms misgaan.
Steek vuurwerk altijd af via de normale vuurwerkregels die op de verpakkingsdoos staat van het vuurwerk.

Slide 7 - Tekstslide

Congruentiefouten
2. Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat. Je hoort dan niet altijd of de persoonsvorm in de enkelvoudsvorm of meervoudsvorm staat.


De oplichter keek erg opgelucht toen de rechters hem uiteindelijke strafte met een kleine gevangenisstraf.

Slide 8 - Tekstslide

Congruentiefouten
3. Komen vaak voor in combinatie met verwijswoorden. Let vooral op het woord 'ze'. Dit kan zowel binnen het enkelvoud als het meervoud worden gebruikt.
De politie (vrouwelijk, enkelvoud) zou goede voorlichting moeten krijgen over pesten op sociale media, zodat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk voor maandag 15 februari:
Maken van hoofdstuk 4 grammatica: 

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
- Actieve vorm --> Het onderwerp is degene die iets uitvoert.
- In deze zin is een lijdend voorwerp te vinden.

De docent geeft een lange instructie.

De docent is degene die iets geeft = actief.
Wat geeft de docent = een lange instructie (lijdend voorwerp)

Slide 11 - Tekstslide

Lijdende vorm
- Passieve vorm --> Het onderwerp zelf doet niets.
- Het lijdend voorwerp in de actieve vorm is hier het onderwerp.
- Het gezegde wordt uitgebreid met een vorm van 'worden' of 'zijn'.
- Het onderwerp in de actieve vorm is hier mogelijk een bijwoordelijke bepaling. Het begint dan met het voorzetsel door.

De docent geeft een lange instructie.
Een lange instructie wordt gegeven (door de docent).

Slide 12 - Tekstslide

Lijdende vorm
Oefenen

Ga naar: www.kahoot.it

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk voor maandag 15 februari:
Maken van hoofdstuk 4 grammatica: 
Onderdeel 4.4: deel 2 en voortgangstoets

Slide 14 - Tekstslide