In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voedselproductie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt aangeven wat landbouw is en de (intensieve) landbouw in Nederland beschijven.
Je kunt voordelen en nadelen van visserij en visteelt beschrijven.
Je kunt aangeven welk voordeel het eten van insecten heeft.
Je kunt de biologische landbouw beschrijven en de voordelen en nadelen ervan noemen.
Slide 2 - Tekstslide
Landbouw
Akkerbouw
Veeteelt
Tuinbouw
Tot 1950 waren de meeste boeren bedrijven gemengde/ combinatiebedrijven. Dus zowel voedingsgewassen (planten) als landbouwhuisdoeren (dieren). Nu zijn de meeste bedrijven gespecialiseerd in 1 ding.
Slide 3 - Tekstslide
Voedingsgewassen
Akkerbouw: grootschalig, machinaal, altijd buiten
Tuinbouw: kleinschaliger, meer handmatig. Soms buiten, meestal in kassen.
Slide 4 - Tekstslide
Akkerbouw
Door ruilverkaveling zijn de akkers van boeren steeds groter geworden.
Meestal wordt maar één gewas geteeld: monocultuur
Voordelen: grote gespecialiseerde machines, grote opbrengst
Nadelen: gevoelig voor ziektes/ insecten
Vroeger kleine akkers, veel afwisseling.
Slide 5 - Tekstslide
Akkerbouw
Graan
Aardappelen
Suikerbieten
Maïs
Slide 6 - Tekstslide
Akkerbouw - bestrijding
Monoculturen zijn gevoelig voor insecten: boeren gebruiken chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Deze middelen zijn giftig en ook schadelijk voor nuttige organismen.
Deze middelen kunnen ook
in het grondwater (sloten)
terecht komen.
Slide 7 - Tekstslide
Akkerbouw - bemesting
Er wordt mest gebruikt om de grond van voedingsstoffen te voorzien.
Organische mest: mest van organismen (compost/ koeien)
Kunstmest: mest uit een fabriek
Met kunstmest heeft een boer meer controle.
Mest kan in het grondwater (sloot) terecht komen en verstoort het natuurlijke evenwicht.
Slide 8 - Tekstslide
Biologische landbouw
Vormen van landbouw die minder/ geen impact op het milieu hebben maar toch voldoende voedsel opleveren.
Slide 9 - Tekstslide
Biologische landbouw
Gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen (niet giftig of zelfs dieren zoals sluipwespen)
Vruchtwisseling om te voorkomen dat ziekteverwekkers de kans krijgen.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is géén voorbeeld van akkerbouw?
A
Graan
B
Aardappelen
C
Tulpen
D
Maïs
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een nadeel van grote akkers
A
grote machines nodig
B
veel van hetzelfde gewas bij elkaar
C
gevoeligheid voor ziektes
D
kunstmestgebruik
Slide 12 - Quizvraag
Vruchtwisseling is
A
het moment dat de fruitboom zijn vruchten verliest
B
als er stuifmeel op de stamper komt en de plant dus bevrucht
C
de afwisseling van gewassen op een akker
D
het wisselende aanbod van seizoengebonden fruit in de supermarkten
Slide 13 - Quizvraag
Tuinbouw - in de volle grond
Fruit
Bloembollen
Bloemen
Zaden
Slide 14 - Tekstslide
Tuinbouw - glastuinbouw
Voordelen van verbouwen in kassen:
Gecontroleerde omstandigheden
Niet afhankelijk van seizoenen
Slide 15 - Tekstslide
Tuinbouw - glastuinbouw
Nadelen:
Hoog energie verbruik (verwarming/ lampen)
10x zoveel energie per kg groente
Gevoelig voor ziekteverwekkers
Slide 16 - Tekstslide
Tuinbouw - bestrijding
In kassen: biologische bestrijding
m.b.v. sluipwespen
Slide 17 - Tekstslide
Tuinbouw - nieuwe ontwikkelingen
Verticale teelt :
Led verlichting
Weinig ruimte
Slide 18 - Tekstslide
Tuinbouw - nieuwe ontwikkelingen
Aquaponics
vissenkweek
plantenkweek
afval van de een is voedsel voor de ander
Slide 19 - Tekstslide
Sluipwespen kunnen ingezet worden om een luizenplaag in een tulpenveld te bestrijden
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Dankzij tuinbouw in kassen kunnen exotische fruitsoorten het gehele jaar gekocht en gegeten worden
A
klopt!
B
onzin!
Slide 21 - Quizvraag
Veeteelt
Intensieve veehouderij (bio-industrie/ vee-industrie). Weinig eigen grond, voer moet worden ingekocht (vaak geïmporteerd).
Voordelen: gecontroleerd voer/ krachtvoer. Veel opbrengst van de dieren.
Slide 22 - Tekstslide
Veeteelt
Nadeel: mestoverschot: de dieren produceren veel meststoffen. Deze komen in het milieu terecht.
Oplossing: aangepast voer/ mestverwerking/ export
Slide 23 - Tekstslide
Visserij
Nadelen van visserij:
Overbevissing: Hierdoor sterft de soort zelf uit, het heeft ook een impact op andere soorten in hetzelfde gebied.
Bijvangst: naast de soorten die geschikt zijn voor consumptie worden ook andere soorten gevangen.
Slide 24 - Tekstslide
Visserij
Oplossing:
Visteelt: gecontroleerde kweek van vis in tanks of afgesloten stukken zee.
Slide 25 - Tekstslide
Alternatief: insecten eten
Nieuwe ontwikkeling voor westerse landen: eten van insecten.
Goede eiwitbron.
Het is nog niet echt ingeburgerd maar er zijn geen biologische nadelen.
Slide 26 - Tekstslide
Bij intensieve veehouderij draait het VOORAL om
A
dierenwelzijn
B
opbrengsten
Slide 27 - Quizvraag
Zou jij insecten willen eten?
ja, om eens te proberen
ja, als vleesvervanger
nee, getver
ik twijfel
Slide 28 - Poll
Aan het werk
Opdrachten 23, 25, 27 en 28
Maak de presentatie voor het project: Energy Future af!!