Elektriciteit: herhaling en Sysnat 5.6
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Weerstand
Stroom
Voltage
Geleidbaarheid
Ohm
Spanning
I
G
R
U
A
Siemens
Volt
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is de spanning van de elektriciteit in onze huizen?
A
20 kV
B
380 kV
C
10 kV
D
230 V
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de Wet van Ohm?
A
U = I/R
B
U = I*R
C
R = I/U
D
P = U*I
Slide 4 - Quizvraag
Welke deeltjes zorgen voor elektriciteit?
A
protonen
B
positronen
C
elektronen
D
neutronen
Slide 5 - Quizvraag
Serie
Parallel
Slide 6 - Sleepvraag
In een serie-schakeling met twee weerstanden geldt:
A
Itot = I1 = I2 en
Utot = U1 = U2
B
Itot = I1 = I2 en Utot = U1 + U2
C
Itot = I1 + I2 en Utot = U1 + U2
D
Itot = I1 + I2 en Utot = U1 = U2
Slide 7 - Quizvraag
Hoe goed snap je deze basis van het onderwerp elektriciteit nu?
Sleep de ster naar de juiste smiley
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Bij elektriciteit gebruiken we een formule om de energie per seconde uit te rekenen, welke is de juiste?
A
P=U/I
B
P=I/U
C
P=U*I
D
P=I*U
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Een apparaat gebruikt 1,08 MJ aan nuttige energie met een rendement van 25%. Wat is de totale energie?
A
4,32 MJ
B
0,27 MJ
Slide 12 - Quizvraag
Een apparaat in huis gebruikt een totale energie van 4,32 MJ per uur. Wat is het vermogen?
A
4,32 MW
B
4,32 MJ
C
1,2 kW
D
1,2 kJ
Slide 13 - Quizvraag
Een apparaat in huis heeft een vermogen van 1,2 kW. Wat is de stroom door het apparaat?
A
5,2 A
B
230 V
C
276 A
D
192 A
Slide 14 - Quizvraag
Deelnemers aan een zonnebootrace mogen maximaal een energie van 3,6 MJ opslaan in batterijen. De boot van de TU Delft heeft een vermogen van 4,0 kW. Bereken hoe veel uur de boot kan varen op alleen deze batterij.
A
900 uur
B
15 uur
C
0,25 uur
D
1,1 uur
