De persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm?
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is de persoonsvorm?

Slide 1 - Open vraag

De voetballer heeft zich pijn gedaan. 

Slide 2 - Tekstslide

De voetballer heeft zich pijn gedaan. 
De voetballers hebben zich pijn gedaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Hij maakt een doelpunt.

Slide 4 - Tekstslide

Hij maakt een doelpunt.
Zij maken een doelpunt.

Slide 5 - Tekstslide

De voetbalschoen is vuil. 

Slide 6 - Tekstslide

De voetbalschoen is vuil. 
De voetbalschoenen zijn vuil.

Slide 7 - Tekstslide

De vriend supportert. 

Slide 8 - Tekstslide

De vriend supportert. 
De vriend en vriendin supporteren.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Stijn kan goed voetballen.

A
Stijn
B
goed
C
kan
D
voetballen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Het meisje wil ook voetballen.

A
wil
B
ook
C
het meisje
D
voetballen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
De winterstop is begonnen.

A
begonnen
B
de
C
winterstop
D
is

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
De broers en zussen komen supporteren voor Tim.

A
komen
B
supporteren
C
broers en zussen
D
Tim

Slide 15 - Quizvraag

Weet je nu hoe je de persoonsvorm kan vinden in een zin?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll