1 Aankondiging: breng het slechte nieuws snel, met korte aankondiging.
2 Toelichting: het slechte nieuws wordt gevolgd door korte toelichting.
3 Opvang: luister, accepteer gevoelens en durf stil te zijn.
4 Samenvatten: wat je de ander hoort zeggen.
5 Informatie: begin niet direct met informatie. Wacht tot ander erom vraagt.
6 Herhaling: het is kenmerkend dat de ander in herhalingen vervalt.
7 Probleem oplossen: bespreek ‘Wat moet er nu gebeuren?’
8 Vervolgafspraak maken: of kom zelf nog op het gesprek terug.