M3: grammatica 3.7 (pers. en bez. vnw + telwoorden)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Grammatica

en

Spelling

Planning

Lezen

Terugblik toetsweek

3.7 grammatica

Opdrachten

23 mei: toets spelling en grammatica

Lezen

Hoe zat het ook alweer?

- Woordsoorten

 lw, zn, bn, vz, ww

en 

psv en bzv

Welke 3 lidwoorden heb je?

Benoem de woordsoorten:
'een groot land'

Wat zijn voorzetsels?

Ik heb mijn nieuwe tas laten zien

Wat is het woordje 'mijn'?

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord

Hoe noem je de woorden zoals: 'en', 'als' en 'omdat'

Wat is een voorbeeld van een wederkerend voornaamwoord?

1. Hij droeg zijn jas zelf
2. Hij heeft zijn jas bij zich
3. Hij heeft een jas aan

3.7 grammatica

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

3.7 grammatica

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Het regent

Wat is het woord 'het'?

1. Lidwoord
2. Voorzetsel
3. Persoonlijk voornaamwoord
4. Bezittelijk voornaamwoord

Telwoorden (tw)

Verdelen in hoofdtelwoorden en rangtelwoorden:

Hoofdtelwoorden (htw) geven een hoeveelheid aan:

drie, zevenhonderd, weinig, veel

Rangtelwoorden (rtw) geven een rangorde aan:

eerste, middelste, laatste, meeste

'Heb jij de laatste blog van Sander over de nieuwe gadgets al gelezen?'

Wat voor telwoord is 'laatste'?

1. htw
2. rtw
3. een gewoon tw

'Speel jij veel computerspelletjes in het weekend?'

Wat voor telwoord is 'veel'?

1. htw
2. rtw
3. een gewoon tw

Aan de slag! In stilte

In je werkboek:

3.7

1, 3, 6

Klaar? Dan ga je lezen