In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Kijken en luisteren
H3
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Korte activiteit
Instructie/quiz
Werken
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Spelen met woorden: dilemma en argumenteren
Geef iedereen de kans om zelf na te denken en een keuze te maken: roep geen keuzes en redenen door de klas, maar doe je het in je hoofd.
Lees eerst het dilemma en probeer in je hoofd eeb keuze te maken en een reden voor jouw keuze (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
Na het dilemma kan in de volgende dia jouw keuze maken
Jouw reden (argument) schrijf je in de dia die daarna komt sheet.
Denk aan hoofdletters en leestekens.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Altijd vliegen om je hoofd.
Altijd bij het boodschappen doen je kliko mee.
Slide 5 - Poll
JE ZINGT ALLES WAT JE ZEGT – OF – JE BEWEEGT IN SLOW MOTION (JE PRAAT WEL NORMAAL)
Vliegen om je hoofd of altijd kliko mee: leg je keuze uit.
Slide 6 - Open vraag
Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
weet ik hoe ik goed moet presenteren
weet ik hoe ik een diapresentatie moet beoordelen
Slide 7 - Tekstslide
Schrijf drie dingen op die je van de vorige les onthouden hebt.
Slide 8 - Woordweb
Herhaling
Slide 9 - Tekstslide
Diapresentatie
Als je een onderwerp aantrekkelijk en overzichtelijk wilt presenteren, kun je een diapresentatie maken, bijvoorbeeld met PowerPoint of met Google Presentatie
Tijdens je verhaal laat je dia’s zien.
De belangrijkste punten in steekwoorden of in korte vragen.
De diapresentatie ondersteunt je verhaal.
Jij bent als spreker belangrijker dan de dia’s.
Slide 10 - Tekstslide
Stappenplan maken diapresentatie
Verdeel je onderwerp in deelonderwerpen (minimaal drie, maximaal zes) en noteer die in steekwoorden. Zie ook de paragraaf Spreken en gesprekken van dit hoofdstuk.
Schrijf op de eerste dia de titel en je naam.
Zet op dia 2 de deelonderwerpen onder elkaar, zodat er een overzicht ontstaat.
Ontwerp dan voor elk deelonderwerp een aparte dia.
Schrijf als laatste de einddia met een slot en de zin ‘Zijn er vragen?’
Print de dia’s en gebruik de print tijdens je presentatie als geheugensteuntje.
Slide 11 - Tekstslide
Stappenplan dia maken
Schrijf in steekwoorden of gebruik korte vragen.
Gebruik een goed leesbaar lettertype.
Maak de dia niet te vol en niet te druk (niet meer dan vijf dots).
Gebruik afbeeldingen.
Houd tekst en afbeelding gescheiden.
Slide 12 - Tekstslide
Startopdracht
Bekijk het fragment met Sanne Wallis de Vries nog een keer. Lees eerst de vragen, zodat je weet waarop je moet letten tijdens het kijken.
Hoe begint Sanne Wallis de Vries haar spreekbeurt?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Hoe begint Sanne Wallis de Vries haar spreekbeurt?
Slide 15 - Open vraag
Nieuwe lesstof
Slide 16 - Tekstslide
Presentatie beoordelen
Bij sommige sprekers gaat het
luisteren bijna vanzelf. Dat komt
doordat een goede spreker zijn
luisteraars op allerlei manieren helpt.
Slide 17 - Tekstslide
Een goede spreker:
zegt in het begin wat het onderwerp is en hoe de presentatie is opgebouwd: Mijn moeder komt oorspronkelijk uit Ierland, waar ze elk jaar op 17 maart Saint Patrick’s Day vieren. Ik wil jullie graag iets vertellen over dit feest.Ik begin met het ontstaan van het feest.Vervolgens vertel ik hoe het feest tegenwoordig gevierd wordt en welke symbolen er bij het feest horen. Tot slot ga ik het nog hebben over andere plaatsen in de wereld waar het feest gevierd wordt.
Slide 18 - Tekstslide
Een goede spreker:
geeft duidelijk aan wanneer hij overgaat op een ander deel van zijn presentatie: Saint Patrick’s Day is dus een typisch Iers volksfeest. Maar ook op veel andere plaatsen in de wereld wordt Saint Patrick herdacht. In Amerika bijvoorbeeld …
Slide 19 - Tekstslide
Een goede spreker:
gebruikt woorden die de luisteraars begrijpen
spreekt rustig, duidelijk en niet steeds op één toon
staat rechtop en kijkt het publiek voortdurend aan