17/5 Opdracht overtuigend spreken + uitleg retorica

Presenteren
Met deze opdracht gaan jullie leren om overtuigende sprekers te worden: enthousiaste sprekers met een inhoudelijk sterk verhaal dat op een boeiende manier wordt gebracht. 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Presenteren
Met deze opdracht gaan jullie leren om overtuigende sprekers te worden: enthousiaste sprekers met een inhoudelijk sterk verhaal dat op een boeiende manier wordt gebracht. 

Slide 1 - Tekstslide

Planningggg
  • Lesdoel
  • Lezen
  • Terugblik
  • Instructie- zelfstandig in stilte werken 
  • Verlengde instructie - in stilte werken 
  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
 Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe je overtuigend moet spreken

Doel groepsopdracht:
  • aan het einde van deze opdracht heb ik mij verdiept in overtuigend spreken

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les onthouden hebt.

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Diapresentatie
Als je een onderwerp aantrekkelijk en overzichtelijk wilt presenteren, kun je een diapresentatie maken, bijvoorbeeld met PowerPoint.
  • Tijdens je betoog laat je dia’s zien
  • De belangrijkste punten in steekwoorden
  • De diapresentatie ondersteunt je verhaal
  • Jij bent als spreker belangrijker dan de dia’s

Slide 7 - Tekstslide

Presentatie beoordelen

Bij sommige sprekers gaat het 
luisteren bijna vanzelf. Dat komt 
doordat een goede spreker zijn 
luisteraars op allerlei manieren helpt.

Slide 8 - Tekstslide

Een goede spreker:
  • zegt in het begin wat het onderwerp is en hoe de presentatie is opgebouwd: Mijn moeder komt oorspronkelijk uit Ierland, waar ze elk jaar op 17 maart Saint Patrick’s Day vieren. Ik wil jullie graag iets vertellen over dit feest. Ik begin met het ontstaan van het feest. Vervolgens vertel ik hoe het feest tegenwoordig gevierd wordt en welke symbolen er bij het feest horen. Tot slot ga ik het nog hebben over andere plaatsen in de wereld waar het feest gevierd wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Een goede spreker:
  • geeft duidelijk aan wanneer hij overgaat op een ander deel van zijn presentatie: Saint Patrick’s Day is dus een typisch Iers volksfeest. Maar ook op veel andere plaatsen in de wereld wordt Saint Patrick herdacht. In Amerika bijvoorbeeld …

Slide 10 - Tekstslide

Een goede spreker:
  • gebruikt woorden die de luisteraars begrijpen
  • spreekt rustig, duidelijk en niet steeds op één toon
  • staat rechtop en kijkt het publiek voortdurend aan
  • maakt zo nu en dan een grapje

Slide 11 - Tekstslide

Presenteren

Slide 12 - Tekstslide

Presenteren: de fasen
Bij een presentatie vertel je iets aan een publiek. Je presenteert bijvoorbeeld een werkstuk, geeft een demonstratie of prijst een product aan.

  1. In de inleiding van een presentatie vertel je waarover je verhaal gaat en noem je kort de deelonderwerpen. 
  2. In het middenstuk geef je per deelonderwerp alle informatie die je kwijt wilt. 
  3. In het slot rond je duidelijk af, zodat de luisteraars weten dat je presentatie afgelopen is. 
  4. Je eindigt met een leuke slotzin en je vraagt daarna of je publiek vragen heeft.

Slide 13 - Tekstslide

Presenteren: de uitvoering
  • Spreek rustig en duidelijk, maar niet saai.
  • Kijk de klas rond; richt je blik niet op één persoon.
  • Sta rechtop; stop je handen niet in je zakken.
  • Lees je presentatie niet voor; gebruik het spiekbriefje als geheugensteuntje.
  • Maak je presentatie interessanter voor je publiek door dingen te laten zien.
  • Vraag aan het eind of je publiek vragen heeft en zo ja, beantwoord ze dan.

Slide 14 - Tekstslide

Enthousiast spreken

Als je iets wilt verkopen of je wilt dat anderen meedoen aan iets wat je organiseert, dan moet je enthousiast spreken. 
Het doel is immers om iemand over te halen om iets van je te kopen of mee te doen met de actie.

Slide 15 - Tekstslide

Zo spreek je enthousiast 
• Straal uit dat je het product of de actie zelf echt fantastisch vindt; dan kom je overtuigend over.
• Spreek verstaanbaar en op een opgewekte toon.
• Kijk je publiek aan en glimlach veel.
• Gebruik wervende bijvoeglijke naamwoorden als geweldig, fantastisch, ongelofelijk, super.
• Gebruik een slogan (een slagzin) die past bij het product of de actie.

Slide 16 - Tekstslide

Overtuigend spreken
Mensen overtuigen in een krachtige presentatie is een hele kunst. Daarom bouwen we de kennis en de vaardigheden langzaam op.
  • Overtuigend spreken → Overtuigen gaat over het goed gebruiken van standpunten en argumenten. Hierover hebben jullie al les gehad (betoog geschreven). Haal de kennis weer op en let bij het maken van jullie checklist op de kenmerken van standpunten en argumenten en op de structuur van je verhaal (opbouw). Combineer dat met de kennis van de retorica. 
  • Overtuigend spreken → Spreken voor een groep gaat over houding, mimiek, handgebaren, intonatie van je stem, enthousiasme, de durf om te variëren in je stem, woordkeus en herkenning (zowel in voorbeelden die je geeft, als in structuur van de presentatie: de luisteraar moet inleiding - kern - slot kunnen ontdekken in je verhaal). 

Slide 17 - Tekstslide

Overtuigend spreken
  • Oefening baart kunst → Goed spreken leer je alleen maar door het veel te doen. Je moet wellicht wat gêne (schaamte) of zelfs wat angst overwinnen en je komt er door oefening achter hoe je boodschap het beste wil ordenen en verwoorden. 

Slide 18 - Tekstslide

Spreken in het openbaar

Zie voor tips bijvoorbeeld: https://www.bureauspraakwater.nl/artikelen/spreken-in-het-openbaar/10-tips-om-zenuwen-te-controleren-bij-spreken-in-het-openbaar/

Enkele voorbeelden:
- Maak (oog)contact met het publiek.
- Zorg dat je de inhoud van je voordracht goed kent.
- Oefen de voordracht meer dan één keer voor een paar bekenden.
- Concentreer je op je boodschap en zie de boodschap als van belang voor het publiek.


Slide 19 - Tekstslide

TIP: bekijk deze video’s! Ze geven tips over alles wat jullie in de presentatie moeten doen/ moeten laten zien.  

Slide 20 - Tekstslide

Zo moet het!

Video 1: winnaar van het NK Pitchen 2018.      Video 2: winnaar van het NK Pitchen 2017







Kijkhulp: hoe introduceren de sprekers hun onderwerp, hoe betrekken zij hun publiek daarbij, wat is hun standpunt, welke argumenten hebben zij voor zijn product, hoe staan ze erbij, wat doen ze met hun handen, hoe gebruiken zij hun stem? 

Slide 21 - Tekstslide

Zo moet het niet!
*alhoewel er bij veel van deze sprekers ook goede dingen te bespeuren zijn. Bedenk voor je zelf wat er wél goed is (denk aan houding, hulpmiddelen, taalgebruik, inzetten van humor) en wat er zéker anders moet.

https://www.youtube.com/watch?v=AcUwS90IZ4A&hc_location=ufi 
→ Henry van Loon doet DWDD in 3 min
https://www.youtube.com/watch?v=dB79B8iZh-E
→ Guido Weijers - spreekbeurt over de kip

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
 Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe je overtuigend moet spreken
  • weet je wat er bedoeld wordt met retorica 
  • heb je gewerkt aan je pitch

Doel groepsopdracht:
  • aan het einde van deze opdracht heb ik mij verdiept in overtuigend spreken
  • aan het einde van deze opdracht kan ik een eigen presentatie maken van goede argumenten en de retorische middelen die bij een overtuigende presentatie horen.

Slide 23 - Tekstslide

Ik weet hoe je overtuigend moet spreken.

😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik weet wat er bedoeld wordt met retorica.

😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 26 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 27 - Open vraag