13. 18 feb: literatuur: stijlfiguren

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • Metonymia
  • Stijlfiguren
  • Oefenen

Vandaag dinsdag 18 februari:

Slide 2 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Besproken begrippen over stijlfiguren en beeldspraak uit de literatuur:
  • beeldspraak
  • vergelijkingen met verbindingswoord
  • metafoor
  • personificatie
  • synesthesie

  • Lyrisch ik

  • paradox
  • retorische vraag
  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag / tricolon
  • ironie
  • sarcasme
  • cynisme
  • parodie
  • zelfspot

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R: Ik weet dat dichters de werkelijkheid willen oproepen in gedichten met behulp van beeldspraak. 
  2. T1: Ik kan vormen van beeldspraak herkennen en benoemen.  


Slide 4 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Metonymia: beeldspraak waarin één aspect van de werkelijkheid gebruikt wordt om een beeld te bepalen. 
  • Pars pro toto
  • Totum pro parte

De andere metonymia hoef je niet te kennen.

Slide 5 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Pars pro toto:
  • Een deel wordt genoemd, het geheel wordt bedoeld.
  • Geef me de vijf!
  • Dat ging aan zijn neus voorbij.
 
Totum pro parte

  • Het geheel wordt genoemd, een deel wordt bedoeld. 
  • Den Haag heeft harde eisen over het asielbeleid.
  • De filmindustrie heeft het dit jaar goed gedaan op het gebied van innovatie. 

Slide 6 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lees het gedicht. 
  1. Leg het lyrisch ik uit.
  2. Welk stijlfiguur zie je terug in de laatste strofe? 
  3. Leg de wending (een verandering) tussen strofe 2 en 3 uit.
timer
5:00
Opdracht 1

Slide 7 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lees het gedicht. 
1. Leg het lyrisch ik uit.
2. Welk stijlfiguur zie je terug in de laatste strofe? 
  • pars pro toto: mijn ogen
3. Leg de wending (een verandering) tussen strofe 2 en 3 uit. 
  •  geen verliefdheid willen maar toch wel.
Opdracht 1 - bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Stijlfiguur: 
  • anafoor
  • parallellie
  • climax
  • anticlimax 

Slide 9 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
anafoor
  • herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van zinsdelen:
  • Bv. Alles om hem heen leek te veranderen. Alles leek beter te worden.

Slide 10 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
parallellie
  • herhaling van zinsbouw in opeenvolgende zinnen of zinsdelen:
  • Bv. Voor jou een vraag, voor mij een weet.

Slide 11 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
climax
  • Een serie van drie elementen waardoor de inhoud steeds sterker wordt
  • Bv. Ik heb op jou gewacht, uren, dagen, maanden, jaren.

Slide 12 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
anticlimax
  • in een reeks die lijkt als een climax, maar waarvan de laatste tegenvalt.
  • Bv. Wat hij ook wil worden, koning, keizer of advocaat: zo lang hij maar op eigen benen leert staan.

Slide 13 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Kies uit: anafoor, parallellie, climax, anticlimax, pars pro toto, totum pro parte:

1. We gaan snel, we gaan ver, we gaan met plezier, we gaan met z’n allen.
2. Hij heeft de boel goed voor elkaar, want hij heeft de handen vol.
3. Ze won de wedstrijd, de prijs, en een paar bonnen voor gratis koffie.
4. De film was goed, beter, het beste wat ik ooit heb gezien.
5. De stad heeft een fantastisch concert gehad afgelopen weekend.
6. Elke dag loop ik naar school. Elke dag leer ik iets nieuws. Elke dag maak ik vriendschappen.
7. Het was een geweldige dag, een bijzondere dag, en zelfs een beetje leuk.
8. De man leest een boek, de vrouw leest een krant, het kind leest een strip.
9. Het was een beetje spannend, heel spannend, ongelooflijk spannend!
10. De leraar vroeg de klas om even stil te zijn, en de oren van de leerlingen waren allemaal gespannen.

Klaar? Maak opdracht 5 en 6 op pg 152. 
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Pars pro toto
Totum pro parte

anafoor
parallellie
climax
anticlimax

Slide 15 - Tekstslide