Grammatica blok 4 deel 2

Vallen volgende week de uren Nederlands uit?
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vallen volgende week de uren Nederlands uit?
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?

Slide 1 - Open vraag

Gaan jullie de burgemeester interviewen?
Wat is het onderwerp?

Slide 2 - Open vraag

Dinsdag moeten de leerlingen hun werkboeken inleveren.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 3 - Open vraag

De docent geeft de toets aan de leerlingen.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 4 - Open vraag

Hasan stuurt zijn beste vriend een mailtje.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 5 - Open vraag

Zinsontleding en woordbenoemen
Zinsontleding: Deel de zin in stukjes
Voorbeeld: De kip/eet/de hele dag/ wormen.
Woordbenoemen: Benoem elk woord van de zin

Slide 6 - Tekstslide

woordbenoemen
Mijn kip eet de hele dag wormen.
Mijn =  bezittelijk voornaamwoord
kip = zelfstandig naamwoord
eet = werkwoord
de = lidwoord
hele = bijvoeglijk naamwoord
dag = zelfstandig naamwoord
wormen = zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Het gebeurt mij en hen niet nog een keer.
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden?

Slide 8 - Open vraag

Daarna kan zij ze aan jullie geven.
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden?

Slide 9 - Open vraag

Mag ik de jouwe gebruiken?
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 10 - Open vraag

Doet jullie computer ook zo raar?
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 11 - Open vraag