Zinsontleding deel 3, naamwoordelijk gezegde

Grammatica - zinsontleding voor klas 2Va
timer
10:00
Eerst lekker lezen!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica - zinsontleding voor klas 2Va
timer
10:00
Eerst lekker lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Op naar het grammaticacertificaat

Wanneer? 1e kans: woensdag 27 november

Hoe? Voorbereiding lessenserie GRAMMATICA 2 en GRAMMATICA 3.

Wat? Zinsdeelbenoeming van de enkelvoudige zin:
persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk EN naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen.
NB: het naamwoordelijk gezegde wordt uitgesplitst in werkwoordelijk en naamwoordelijk deel

Slide 2 - Tekstslide

AL GEDAAN

Grammatica 2
     
Les 2
  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp

 Les 3
  • Ambiguë zinnen en intuinzinnen
            zinsdeelproef en cleft sentences


AL GEDAAN

Grammatica 3 

Les 1 Het meewerkend voorwerp
Les 2 De bijwoordelijke bepaling
Les 3  Het naamwoordelijk gezegde



Slide 3 - Tekstslide

De vaste volgorde...
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww* 
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 4 - Tekstslide

Voor een foto met deze leeuw gaven de toeristen de gidsen veel geld.


Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww*
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de oefenzinnen
Stel vragen als je ergens niet uitkomt

Slide 6 - Tekstslide

Doen    -      Zijn
wachten      smeren        zingen    feliciteren        blozen   kopen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aan de slag
PLOT Grammatica 3, les 3

Slide 9 - Tekstslide

Zijn of doen? wwg of nwg?




Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww*
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb
De slechtste speler is altijd de keeper.


In de zomer gaan we altijd voetballen op het pleintje voor ons huis.


Ik zou elke dag gitaar willen kunnen spelen.


Zij kan soms echt een vervelende zeur zijn.

De mannen zijn gisteren door de regen naar huis gelopen.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maak PLOT26, les 3
NAAMWOORDELIJK GEZEGDE
Volgende les
Oefentoets

Slide 12 - Tekstslide