2.3 eiwitsynthese

2.3 Eiwitsynthese
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
1. Uit welke "letters" bestaat het DNA?
2. Als de ene streng A-C-C-G-T is, wat is dan de volgorde van de andere streng?
3. Uit welke bouwstenen bestaan eiwitten?
timer
2:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 Eiwitsynthese
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
1. Uit welke "letters" bestaat het DNA?
2. Als de ene streng A-C-C-G-T is, wat is dan de volgorde van de andere streng?
3. Uit welke bouwstenen bestaan eiwitten?
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOELEN
2.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen DNA en RNA?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Pak BINAS: voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 10 - Quizvraag

Goed geoefend met de genetische code?

In het volgende filmpje zie je dat het tempo van de translatie in jouw cellen een stuk hoger ligt...

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Gebruik BINAS:
Het startcodon op het mRNA is:
A
AUU
B
TAC
C
AUC
D
AUG

Slide 13 - Quizvraag

Gebruik BINAS: voor welk aminozuur codeert het startcodon (AUG)?
A
Methionine (Met)
B
Serine (Ser)
C
Glutamine (Gln)
D
Voor geen aminozuur

Slide 14 - Quizvraag

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 15 - Open vraag

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Gebruik BINAS: wat is één van de RNA codes voor het stopcodon? En hoort daar ook een aminozuur bij?
A
UAA, daar hoort methionine bij
B
UAA, daar hoort geen aminozuur bij
C
AUG, daar hoort methionine bij
D
AUG, daar hoort geen aminozuur bij

Slide 17 - Quizvraag

Dit proces stopt bij een stopcodon
F
A
DNA replicatie
B
transcriptie
C
translatie

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb de volgende leerdoelen begrepen:
- je kent de bouw en functie van RNA
- je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

EXTRA OEFENING (voor wie wil)


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk RNA?

RNA:
AUGACGGCCCAGAGGAUAA


Slide 20 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TACAACGGACCAGATTTTATT
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 21 - Tekstslide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC-AAC-GGA-CCA-GAT-TTT-ATT

code van het mRNA:
AUG-UUG-CCU-GGU-CUA-AAA-UAA

Aminozuren:
Met-Leu-Pro-Gly-Leu-Lys(-Stop)
of:
M - L - P - G - L - K (- stop)


Slide 22 - Tekstslide