Auditor - Les 2 - Plan

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 3

Welkom

Auditor - Les 2 - Plan

IBS Bedenken en Produceren

Lesplanning

• Terugblik: 10 minuten
• Inleiding: 15 minuten
  
• Theorie en project: 150 minuten
• Afsluiting: 5 minuten

Terugblik

• Definitie audit
• Interne vs. externe audit
• Soorten audits
• Fasen in het auditsysteem

Verbeteren auditplan

• Beschrijf individueel in 10 minuten de verbeterpunten voor het auditplan

Lesdoelen

• Je ontwikkelt een auditplan op basis van gevarenanalyse (wie, wat, waar, wanneer, hoe)

Plan

• Opstellen auditprogramma
• Selecteren auditoren
• Opleiden auditoren
• Opstellen auditplan

Auditprogramma

(Jaar)planning van de audits die je gaat uitvoeren

• Maand waarin de audit wordt gepland
• Afdeling/proces
• Onderwerp
• Auditor

Wordt vaak opgesteld door de kwaliteitsmanager

Auditor

• Inhoudelijke kennis
• Kennis auditproces
• Vaardigheden
• Ervaring
  

Opleiding?

Eigenschappen auditor

• Aanpassingsvermogen
• Beslist
  
• Diplomatiek 
• Doel voor ogen houden
• Opmerkzaam
  
• Snel kunnen schakelen
• Sociaal
• Vasthoudend
• Zelfstandig

• Welke eigenschap is het belangrijkst voor een auditor?
• Welke eigenschappen hebben jouw medestudenten?
• Welke kennis en vaardigheden wil je verder ontwikkelen om een goede auditor te zijn?

Auditplan

• Doel 
• Toetsingskader
  
• Wie?
• Wat? (scope, onderliggende proces/onderdeel kwaliteitssysteem)
• Waar?
• Wanneer?
• Hoe?

Doel

• Controleren of het systeem,  het proces of de documentatie aan de gestelde eisen voldoet
  
• Fouten, knelpunten, problemen of (mogelijke) risico's opsporen
  
• Verbetermogelijkheden vaststellen
  
• Effect van ingevoerde maatregelen beoordelen
• Bepalen of het kwaliteitssysteem effectief is of bijdraagt aan het behalen van doelen

Toetsingskader

Wat wordt er getoetst?

• Wetgeving
• Systeemeisen (BRC, IFS etc.) of keurmerkeisen (Max Havelaar, Planet Proof etc.)
• Interne eisen (handboek, procedures etc.)
• Auditor blijft binnen het gekozen toetsingskader

Wordt bepaald door de auditklant en is afhankelijk van het doel

Betrokken partijen

• Auditklant
• Auditee
• Kwaliteitsmanager
• Auditor
• Auditteam
• Leadauditor
• Begeleider

Scope

Waarop heeft de audit betrekking? (omvang)

• Gedeelte van het systeem
• Specifiek proces
• Specifiek product
• Overkoepelend onderwerp (veiligheid, verbetercyclus etc.)

Wordt bepaald door de auditklant en is afhankelijk van het doel

Auditmethoden

• Documentenonderzoek: voorafgaand aan een observatie of interview, doel is beeldvorming en opstellen vragenlijst/aandachtspuntenlijst voor observatie of interview

• Observeren: bijwonen van werkzaamheden, achteraf bespreken
• Checklist
  

• Interview: "ondervragen" van verantwoordelijke medewerker
  

Project

• Een uitgewerkt auditprogramma
• Beschrijf per audit wat het doel is van de audit
• Ontwikkel een auditplan per audit die je gaat uitvoeren. Werk dit uit volgens format

Lesdoelen

• Je ontwikkelt een auditplan op basis van gevarenanalyse (wie, wat, waar, wanneer, hoe)

Afsluiting

• Welke kennis en vaardigheden wil je nog verder ontwikkelen, dus wat zijn jouw persoonlijke leerdoelen als auditor?