Paragraaf 4.4 deel 2 - Post verwerken

Economie & Ondernemen klas 2
Welkom
Thema 4- Werken bij de receptie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Economie & Ondernemen klas 2
Welkom
Thema 4- Werken bij de receptie

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Deze les
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg blz. 163 t/m 171
  • Opdrachten maken
  • Bespreken opdrachten
  • Vlog opdracht verder - afspraak + interview schrijven.
  • Ondernemen - nieuw plan
  • Afsluiten les en een terugblik
Leg je Ipad klaar.
Op de kop.

Slide 2 - Tekstslide

Thema 4
  • Vandaag: boek 4.4
  • Volgende week: 4.5 afronden+ begrippen
  • Woensdag 5 maart: Toets.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Weet jij nog:
  • inkomende / uitgaande en interne post.
  • Soorten poststukken

Slide 4 - Tekstslide

Doelen:
Je kent verschillenden manieren van postverzending.
Je leert hoe poststukken worden geregistreerd en gefrankeerd.
Je kunt zelfstandig aan het werk met de opdrachten.
Je leert het begrip archiveren

Slide 5 - Tekstslide

Weet jij de antwoorden op deze vragen?
  1. Wat is archiveren. Op welke 2 manieren doet een bedrijf dit.
  2. Wat is het frankeren van post?
  3. Hoe schrijf je een adres op een envelop? 
  4. Wat is een aangetekende brief?
  5. Wat is een voordeel van een antwoordnummer voor een klant?

Slide 6 - Tekstslide

Post verwerken
Hoe adresseer je een brief? 

Slide 7 - Tekstslide

Instructie ontvanger
Regels voor het adresseren van post: ONTVANGER

Slide 8 - Tekstslide

Instructie afzender
Regels voor het adressen van post: AFZENDER


Slide 9 - Tekstslide

Frankeren
Frankeren
Een poststuk wordt voorzien van een postzegel, frankeerstempel of postzegelcode. Dit dient als bewijs van betaling

Slide 10 - Tekstslide

Aangetekende post
= Post waarbij je de verzekering krijgt dat de post bij de juiste persoon wordt bezorgd. De post wordt door de postbode persoonlijk afgeleverd en de ontvanger tekent voor ontvangst.




Slide 11 - Tekstslide

Post met antwoordnummer
= Adressering waarmee een bedrijf het de klant makkelijk maakt om te reageren. De klant hoeft namelijk geen postzegel te plakken. 

Slide 12 - Tekstslide

Internationale post
Je verstuurt af en toe post naar het buitenland. Het versturen van een brief naar het buitenland gebeurt op dezelfde manier als het versturen naar een adres binnen Nederland. Je noteert internationale brieven ook op de uitgaande-postlijst. Op de envelop schrijf je de naam van het bedrijf en de adresgegevens. Ook het land schrijf je (in hoofdletters) op de envelop.

Slide 13 - Tekstslide

Archiveren

Slide 14 - Tekstslide

Betekenis:
  • 1) Bewaren 2) Opbergen 3) Opslaan
  • Volgens bepaalde regels opbergen in een archief

  • Voorbeelden:
    Je administratie archiveren (mappen/kast)
    Je e-mails digitaal archiveren

Slide 15 - Tekstslide

H4.4 - afmaken
Maak:
opdracht:  4.19/4.20/4.21/4.23/4.24
Extra: 4.22
blz.  163  t/m 171
Klaar:
Start alvast met de begrippen

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Praktische opd.
Je hebt de vorige keer onderzocht welke bedrijven of instellingen  werken met een receptie of front office.
Ook heb je gekeken hoe je een vlog maakt.

Je hebt al een afspraak gemaakt of moet dit nog doen...Volg de stappen. 
Bedrijf:
  • Alisa/Emily: Hotel by Zoo
  • Stijn/Yusuf: Atlas theater
  • Jason/Emirhan: Aquarena
  • Jake/Simon: Ziekenhuis
  • Mahyar/Sepp: Wildlands
  • Sham/Giel: Stenden Hogeschool

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4 - Vlogplan
Vlog = allemaal kleine stukjes van jullie bezoek aan het bedrijf of instelling.  Van het moment dat je er naar toe gaat tot dat je weer teruggaat. 

Schrijf minimaal 6 scenes op een wit blad die jullie gaan filmen. Klaar? Schrijf het nu op per scene in jullie Word bestand. Zet er boven: 
Filmscenes vloggen,

Sham en Giel nog maken.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 5 - Afspraak maken
Jullie gaan straks het bedrijf/instelling bellen om te vragen of jullie langs mogen komen voor een interview.
Schrijf eerst op wat je allemaal moet vertellen en vragen tijdens het gesprek. Denk aan praktische info zoals wanneer en hoe laat en hoe lang het ongeveer duurt.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 6 - Bellen
Je gaat nu bellen. Spreek af wie dat doet.
Zorg dat je de informatie en vragen die je hiervoor nodig bent bij je hebt liggen.

Wees beleefd en duidelijk.
Leg uit dat je dit voor een schoolopdracht doet.

Slide 20 - Tekstslide

Stap 7 - Interview
Je gaat je nu voorbereiden op jullie bezoek. 
  • Je zoekt informatie over het bedrijf op en zet een kort verslagje in Words.
  • Nu ga je 8 vragen bedenken voor het interview. Het moet duidelijk worden wat het werk achter de receptie inhoudt.

    Bijvoorbeeld: Hoe ziet een dag eruit. Wat is leuk, minder leuk, voordeel, nadeel....etc. Welke opleiding nodig, talen....etc.

Slide 21 - Tekstslide

Ondernemen
Geld in de pot!

Nieuwe ideeën

Slide 22 - Tekstslide

Ik heb tijdens deze les fijn kunnen samenwerken en alle opdrachten gemaakt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll


Ik sluit deze les af: 

Slide 24 - Poll