Grammatica = Regels die je gebruikt om een goede zin te maken. Hier vallen zinsdelen en woordsoorten onder.
Woordsoorten = Alle losse woorden in een zin die een naam hebben. bijv lidwoorden, werkwoorden, zelfstandige naamwoorden.
Zinsdelen = Zijn delen van de zin waar je een naam aan kan geven. Denk aan het onderwerp, werkwoordelijk gezegde of lijdend voorwerp.