Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§2: Argumentatiestructuren
Les 6: Argumentatiestructuren
Programma
Theorie herhalen
Argumentatiestructuren: uitleg
Opdr. 1 en 2
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 6: Argumentatiestructuren
Programma
Theorie herhalen
Argumentatiestructuren: uitleg
Opdr. 1 en 2
Slide 1 - Tekstslide
Als je een ... [één woord] over een kwestie inneemt, dan geef je je mening over die zaak.
Slide 2 - Open vraag
Een ... argument geeft aan of iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed, slecht, mooi of lelijk is.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 3 - Quizvraag
Stelling 1: Met een tegenargument ontkracht je het argument.
Stelling 2: Met een weerlegging ontkracht je de stelling.
Wat is juist?
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Zowel stelling 1 als stelling 2 zijn juist.
D
Zowel stelling 1 als stelling 2 zijn onjuist.
Slide 4 - Quizvraag
Door naar §2:
Argumentatiestructuren
Slide 5 - Tekstslide
Enkelvoudige argumentatie
Het standpunt wordt onderbouwd met één argument.
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
want het is slecht voor je gezondheid.
standpunt
argument
, want
Slide 6 - Tekstslide
Door naar de
meervoudige a
rgumentatiestructuren
Slide 7 - Tekstslide
Onderschikkende argumentatie
Het standpunt wordt onderbouwd met één argument.
En dat argument wordt ondersteund met een ander argument,
een subargument
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
want het is slecht voor je gezondheid.
Je hebt namelijk een verhoogde kans op hart-, vaat- en longziekten wanneer je rookt.
standpunt
argument
, want
, want
subargument
Slide 8 - Tekstslide
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Het standpunt wordt onderbouwd met twee of meer argumenten.
Die argumenten staan inhoudelijk los van elkaar, zijn dus
onafhankelijk.
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
A1
het is slecht voor je gezondheid.
A2
En het stinkt.
Slide 9 - Tekstslide
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
Het standpunt wordt onderbouwd met twee of meer argumenten.
Die argumenten werken in combinatie met elkaar en zijn dus
afhankelijk.
Ze hebben inhoudelijk veel met elkaar te maken.
Voorbeeld
Roken moet geheel verboden worden
Roken kost veel geld. Het is belangrijk om geld over te houden aan
het einde van de maand en te kunnen sparen.
Slide 10 - Tekstslide
En je kunt de argumentatiestructuren ook nog met elkaar combineren
Een onderschikkende en nevenschikkende argumentatiestructuur met afhankelijke en onafhankelijke argumenten
Zie blz. 198 bovenaan.
Slide 11 - Tekstslide
Neem de theorie nog eens door op blz. 35-37
Vervolgens maak je opdr. 1 (blz. 37-38)
Tip: omcirkel signaalwoorden!
Klaar? Opdracht 2 (blz. 38-39)
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 1 - A
Standpunt
: Ik denk dat het bij dit bedrijf niet zo goed gaat.
A1
: Bijna de hele directie is vervangen.
A2
: Veel werknemers zoeken een andere baan.
C
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Slide 13 - Tekstslide
Welke letter heb je ingevuld bij 1b?
Slide 14 - Open vraag
Welke letter heb je ingevuld bij 1c?
Slide 15 - Open vraag
Opdracht 1 - D
Standpunt
: Geen wonder (dus) dat steeds meer werkgevers de sociale media op het werk verbieden.
A1
: Veel werknemers zitten tijdens werktijd op Facebook en dergelijke.
A2
: Dat leidt behoorlijk af.
B
nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
Slide 16 - Tekstslide
Welke letter heb je ingevuld bij 1e?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht 1 - F
Standpunt
: Het lijkt erop dat het klassieke boek ondanks de komst van de e-readers niet echt wordt bedreigd.
A1
: Er worden nog steeds veel boeken verkocht en gelezen.
A
- enkelvoudige argumentatie
Slide 19 - Tekstslide
Welke letter heb je ingevuld bij 1f?
Slide 20 - Open vraag
Maak nu opdracht 2
Klaar? Hw = opdr. 3
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
Les 7: Argumentatieschema's
Programma
- Herhalen theorie tot nu toe
- Bespreken huiswerk
- Theorie: argumentatieschema's
- Opdracht 1 en 2
- Huiswerk (opdracht 3 en 5)
Slide 22 - Tekstslide
Een argument dat waar of onwaar is.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument
Slide 23 - Quizvraag
Het woordje 'maar' is een signaal voor een argument.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Met een ... ontkracht je een standpunt.
A
Tegenargument
B
Weerlegging
Slide 25 - Quizvraag
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
D
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Slide 26 - Quizvraag
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
D
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Slide 27 - Quizvraag
2
Noteer de letters achter elkaar zoals je ze in je boek hebt genoteerd, van links naar rechts, van boven naar beneden.
Slide 28 - Open vraag
Let op de signaalwoorden, die helpen je goed op weg!
Slide 29 - Tekstslide
Aan de slag!
Opdr. 3 (blz. 39-41)
timer
15:00
Slide 30 - Tekstslide
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in tekst 2?
Let op: letters komen niet overeen met je boek
A
B: Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
B
C: Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
C
D: onderschikkende argumentatie
D
E: onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in tekst 3?
Let op: letters komen niet overeen met je boek
A
B: Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
B
C: Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
C
D: onderschikkende argumentatie
D
E: onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in tekst 4?
A
A: Enkelvoudige argumentatie
B
B: Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
C
C: Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
D: onderschikkende argumentatie
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in tekst 5?
Let op: letters komen niet overeen met je boek
A
B: Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
B
C: Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
C
D: onderschikkende argumentatie
D
E: onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in tekst 6?
Let op: letters komen niet overeen met je boek
A
B: Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
B
C: Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
C
D: onderschikkende argumentatie
D
E: onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in tekst 7?
Let op: letters komen niet overeen met je boek
A
B: Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
B
C: Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
C
D: onderschikkende argumentatie
D
E: onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
§2: Argumentatiestructuren SI
April 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Argumenteren 4 havo pensum 3. Deel 1
Januari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4 Communicatie 20 Argumentatiestructuren
20 dagen geleden
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V 30-3
Maart 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Communicatie 20 argumentatiestructuren
November 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V5 par. 20 argumentatiestructuren en par. 21 argumentatieschema's
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Tegenargumenten en weerleggingen - argumentatiestructuren
September 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§3: Argumentatieschema's SI
April 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4