Beschouwing 14: inleiding

Startklaar
Startopdracht
1. Telefoon in de tas.
4. Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Leesboek, laptop op tafel.
Lees in je boek.
Welkom!
timer
15:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Startopdracht
1. Telefoon in de tas.
4. Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Leesboek, laptop op tafel.
Lees in je boek.
Welkom!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschouwing
Doel: ik kan een aantrekkelijke en duidelijke inleiding schrijven voor een beschouwing


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inleiding
alinea 1: aandacht trekken
  • actualiteit/terugblik in de tijd (geschiedenis) /voorbeeld (anekdote)/ik-opening (persoonlijke ervaring)/belang lezer
  • (eerste zin: vraag/schokkende cijfers/paradox (schijnbare tegenstelling)/citaat/bijzondere opsomming)

alinea 2: onderwerp introduceren
  • standpunt benoemen/probleem schetsen/een of meer vragen stellen + enige uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

de eerste paar zinnen bekijken; hoe wordt hier de aandacht getrokken? 
Belang voor de lezer
inleiding
alinea 1: aandacht trekken
  • actualiteit/terugblik in de tijd (geschiedenis) /voorbeeld (anekdote)/ik-opening (persoonlijke ervaring)/belang lezer
  • (eerste zin: vraag/schokkende cijfers/paradox (schijnbare tegenstelling)/citaat/bijzondere opsomming)

alinea 2: onderwerp introduceren
  • standpunt benoemen/probleem schetsen/een of meer vragen stellen + enige uitleg

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

manier van onderwerp introduceren, tot 'de auteur' en dan vervolgens de eerste zin erna, doornemen.
Er wordt uitleg gegeven over de voorgeschiedenis, hoe het in elkaar steekt en vervolgens laat de auteur zijn mening doorschemeren. 
Opdracht
  • Schrijf je inleiding voor de  beschouwing (2x 75-100 woorden) 
  • Gebruik je bouwplan

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Voor wie klaar is: bekijk in tweetallen een aantal teksten uit het tijdschrift, bespreek hoe de schrijver inleidt en afsluit. Noteer opvallende zaken. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liegbeest

4 beweringen, 2 waar. 
Welke?

Slide 10 - Tekstslide

1. In de inleiding moet je de hoofdgedachte benoemen. 
2. in het slot van een beschouwing moet je een conclusie trekken. (nee, afweging)
3. Een bronverwijzing zet je aan het eind van de alinea.  (nee, direct na de zin)
4. Het benoemen van de geschiedenis van een onderwerp is een manier waarop je de aandacht kan trekken. 
Huiswerk
  • Inleiding af
  • Laptop mee, leesboek mee

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies