30 - 1HVD - Grammatica zinsdelen 2.7








:)





Planning van dit uur:

  • Grammatica zinsdelen (huiswerkcontrole)
  • Cijfers leestoets :(

Planning van volgende uur
  • Planning boekverslag 
  • Uitleg boekverslag 
  • Stillezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt;
  • weet je hoe je het onderwerp van de zin vindt;
  • weet ik dat ik nog heeeeeeeeel veel moet doen voor m'n boekverslag
WELKOM 1D :)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les








:)





Planning van dit uur:

  • Grammatica zinsdelen (huiswerkcontrole)
  • Cijfers leestoets :(

Planning van volgende uur
  • Planning boekverslag 
  • Uitleg boekverslag 
  • Stillezen 

Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt;
  • weet je hoe je het onderwerp van de zin vindt;
  • weet ik dat ik nog heeeeeeeeel veel moet doen voor m'n boekverslag
WELKOM 1D :)

Slide 1 - Tekstslide

Noem een voorbeeld
van een werkwoord

Slide 2 - Open vraag

Welke werkwoorden staan er in deze zin:

Ik loop om drie uur 's middags altijd naar huis.

Slide 3 - Open vraag

Welke werkwoorden staan er in deze zin:

Ik wil om drie uur 's middags altijd naar huis lopen.

Slide 4 - Open vraag

Alle werkwoorden in de zin:
werkwoordelijk gezegde

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Ik ga de schoenen kopen.
A
ik ga
B
ga kopen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Het klusje viel mee.
A
viel mee
B
viel

Slide 7 - Quizvraag

Splitsbare werkwoorden
Omspoelen

Ik spoel het glas om.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Ik neem een pijnstiller in.
A
neem
B
neem in

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Ik ben naar huis aan het lopen.
A
ben lopen
B
ben aan het lopen

Slide 10 - Quizvraag

'Aan het' of 'te' hoort erbij!
Ik ben aan het fietsen.

Werkwoordelijk gezegde = ben aan het fietsen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Ik zit een spelletje te spelen.
A
zit een spelletje
B
zit te spelen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vind je het onderwerp?
1. Onderwerpsproef - van enkelvoud naar meervoud

2. Vraagzin maken - wie/wat + gezegde?

Slide 13 - Tekstslide

De olifant loopt over het land.
Zet de persoonsvorm van deze zin in het meervoud. 

Slide 14 - Tekstslide

De olifant loopt over het land.


De olifanten lopen over het land.

Slide 15 - Tekstslide

De olifant loopt over het land.


Wat loopt over het land? 
De olifant.

Slide 16 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak opdracht 3 t/m 6 (2.7 Grammatica zinsdelen)
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de eerste opdrachten.  
Klaar
Lees in je leesboek. 

Slide 17 - Tekstslide

Planning boekverslag
- Vrijdag 17 december (vandaag)
- Woensdag 22 december (volgende week) 
- Vrijdag 24 december (kerstviering > geen les) 
Kerstvakantie 
- Vrijdag 14 januari > inleveren

Slide 18 - Tekstslide

Stillezen
Wat: Lees in stilte in je leesboek
Hoe: Individueel
Hulp: Geen
Tijd: Tot het einde van de les 

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij kunt nu
  • het werkwoordelijk gezegde vinden;
  • het onderwerp van de zin vinden;
  • aan de slag voor je boekverslag

Huiswerk 
  • Lees het bestand door over het boekverslag, in de volgende les is er ruimte voor vragen. 
  • Maak opdracht 3 t/m 6 van Grammatica zinsdelen (2.7) 

Slide 20 - Tekstslide