1TH Kern Les 33: Werkwoordelijk gezegde

Welkom 1A!
- Doe je telefoon in de telefoontas.
- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1A!
- Doe je telefoon in de telefoontas.
- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Voorlezen: Offerkind
- Planning
- Lesdoelen 
- Uitleg en oefening Werkwoordelijk gezegde (wg)
- Aan de slag!
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Voorlezen: Offerkind

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Kijk mee en zorg dat je bij blijft!

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik kan de persoonsvorm (pv) van een zin benoemen.
- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
- Ik kan het onderwerp (ow) van een zin benoemen.
- Ik kan het werkwoordelijk gezegde (wg) van een zin 
   benoemen.


Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
- Elke zin bevat een gezegde. 
- Het werkwoordelijk gezegde (wg) 'zegt' wat het onderwerp 
   doet of wat ermee aan de hand is.
- Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in 
   de zin, inclusief de persoonsvorm.
   >> De leerlingen zijn van IC1A naar IC5 gelopen.
   >> Dat had je best kunnen weten!

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
- Bij scheidbare werkwoorden horen beide delen bij het wg:
   >> De mentor belde al zijn leerlingen op.
   >> We telden af van tien tot één.
- Bij wederkerende werkwoorden hoort de vorm van 'zich' ook 
   bij het wg:
   >> Julia versliep zich vanmorgen. 
   >> Ik waste me zorgvuldig.

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
- De woorden 'te' en 'aan het' horen ook bij het wg:
   >> De kinderen waren verstoppertje aan het spelen.
   >> Jochem zit zijn wiskundehuiswerk te maken.
- Een vaste uitdrukking met een werkwoord (werkwoordelijke   
   uitdrukking) is in zijn geheel wg:
   >> Nathalie viel meteen met de deur in huis.
   >> Na de ingewikkelde uitleg was Robert de kluts kwijt.

Slide 8 - Tekstslide

Oefening wg
Geef op de volgende pagina's steeds aan wat het werkwoordelijk gezegde (wg) van de zin is.

Slide 9 - Tekstslide

Sylvia heeft een 10 gehaald voor haar repetitie Duits.
A
Sylvia
B
heeft
C
heeft gehaald
D
heeft een 10 gehaald

Slide 10 - Quizvraag

Maartje en Fabian zitten na schooltijd het liefst de hele middag te gamen.
A
Maartje en Fabian
B
zitten
C
zitten gamen
D
zitten te gamen

Slide 11 - Quizvraag

De bokser zag sterretjes na de rake klap van zijn tegenstander.
A
de bokser
B
zag
C
sterretjes
D
zag sterretjes

Slide 12 - Quizvraag

Lloyd is gisteren op zijn skateboard naar school gekomen.
A
is
B
zijn
C
is gekomen
D
skateboard

Slide 13 - Quizvraag

Zat jij te spieken tijdens de overhoring van Frans?
A
zat
B
jij
C
zat te spieken
D
zat jij te spieken

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
MNV Les 33 Werkwoordelijk gezegde 
opdr. 2, 3, 4 en 5, blz. 70-71.

Antwoordboeken liggen in de kast en staan in Teams.

Deze opdrachten zijn huiswerk voor maandag 4 december.

Slide 15 - Tekstslide