Taalverzorging C

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Taalverzorging C

Spelling in de praktijk

Je leert welke hulpmiddelen er zijn voor een goede spelling.

Planning

Lezen (10)

Spelling in de praktijk (10)

Aan de slag! (20)

Blooket (10)

Spelling in de praktijk

Tijdens deze lessen lijken de regels en uitzonderingen eindeloos, maar hoe gaat het in het echte leven?

• Bij spreektaal denken we niet na
• Drie basisprincipes
• Spelling in de praktijk

1. Uitspraak

We luisteren naar de uitspraak en schrijven naar de uitspraak.

• Klanken zetten we om in woorden (klinkers, medeklinkers)
• 26 letters, maar 40 verschillende klanken
• Puuzzel of puzzel? Paaprika of papprika?

2. Gelijkvormigheid

We schrijven woorden die op elkaar lijken zoveel mogelijk hetzelfde.

• 'Hand' en niet 'hant', want 'handen'
• Ook, 'hij wordt' met 'dt', want 'hij werkt'

3. Herkomst

We kijken naar waar het woord vandaan komt.

• Andere talen, zoals Frans: het is bureau niet buro
• Ouder Nederlands: het verschil tussen ei en ij (steil en stijl)

Spelling in de praktijk

Spellingsregels vervagen snel in ons hoofd. We zoeken vaak op hoe we een woord moeten schrijven.

We maken twee soorten fouten: onthoudfout en regelfout.

--> Spellingscontrole computer: verbetert voornamelijk de onthoudfout. Hij kijkt niet naar de context, werkwoordsvormen en samenstellingen.

Maar de 'controle' wordt steeds slimmer, denk aan AI. 

Aan de slag!

Wat? Maken opdracht 2, 3 en 6 van Taalverzorging C.

Hoe? Oefenboek blz. 144 + handboek blz. 188, antwoorden in schrift

Tijd? 20 minuten

Hulp? In stilte

Klaar? Lezen in leesboek