Werkwoorden: zijn, heeft, knuffelt, is, blijkt, werkt, likt, afkoelen, klampt ... vast, is, zijn.
Zelfstandige naamwoorden: Koala’s, bomenknuffelaars, koala, boom, conclusie, onderzoeksproject, boom, koelelement, buideldier, pels, hittegolf, tak, strategie, bomen, graden, lucht.
Bijvoeglijke naamwoorden: Australische, dikke, handige, koeler.
Voorzetsels: van, om, bij, aan.