Oefentoetsje H1 Landschappen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Oefentoetsje H2 Landschappen 

Onvoldoende 

< 18 goed 

Volgende week extra uitleg + herhalen 

Voldoende 

19 of meer goed 

Volgende week verdiepende opdracht in de les 

Hier is sprake van:

1. erosie
2. sedimentatie
3. verwering
4. een gletsjer

Wat zie je hier?

1. Zwerfstenen
2. Gletsjer
3. Chemische verwering
4. Puinhelling

Hoeveel % land zou onder water staan als NL geen dijken en duinen zou hebben?

1. 24%
2. 52%
3. 66%
4. 72%

Hoe zijn stuwwallen ontstaan?

1. In de tijd van de jagers en verzamelaars door de co2 uitstoot
2. In de tijd van de extreme kou door de oerknal
3. In de ijstijd door de stuwing van meters hoge ijsmassa's
4. In de ijstijd ijsmassa's vanuit Spanje

Hier is sprake van:

1. erosie
2. sedimentatie
3. verwering
4. een stuwwal

Hier is sprake van:

1. erosie
2. verwering
3. sedimentatie
4. een stuwwal

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving? Door landijs opgestuwde heuvelrug heet...

1. Zwerfkei
2. Terp
3. Duin
4. Stuwwal

Waar ligt Amsterdam ?

1. Laag-Nederland
2. Hoog-Nederland
3. Klein-Nederland
4. Groot-Nederland

Een gletsjer zorgt voor

1. Verwering
2. Erosie
3. Beide
4. Sneeuw

Welke kenmerken horen bij het jong gebergte?

1. Niet zo oud, en daardoor nog niet erg afgeslepen door erosie. Dus hoge en steile pieken en diepe dalen.
2. Rond 1 miljard jaar oud, goed afgesleten en dicht begroeid. Veel rivieren.
3. Ronde bergtoppen, ondiepe dalen, veel bergbeklimmers komen hierop af.
4. Niet zo oud, en daarom goed afgevlakt door erosie. Lage bergtoppen.

Wat is de juiste volgorde als je kijkt van oost naar west

1. Benedenloop, middenloop, bovenloop
2. Bovenloop, beneden-loop, middenloop
3. Middenloop,beneden-loop,bovenloop
4. Bovenloop, midden-loop, benedenloop

Sedimentatie vindt vooral plaats in

1. bovenloop
2. middenloop
3. benedenloop
4. kussensloop

Maastricht ligt in...

1. Laag Nederland
2. Midden Nederland
3. De Veluwe
4. Hoog Nederland

Welk deel van NL was lang geleden bedekt met ijs?

1. Het zuiden
2. Het noorden
3. Het westen en het midden
4. Het oosten

De heuvels in Zuid Limburg zijn stuwwallen.

1. Waar
2. Niet waar
3. Nee, dat zijn de duinen
4. Nee, dat zijn de terpen

Welke stelling is waar?

1. Wanneer een rivier minder snel begint te stromen, neemt ook de erosie af.
2. In het zuiden van Nederland vind je het jong gebergte.
3. De Eifel in Duitsland is een oud gebergte. Dat zie je aan de hoge topppen.
4. Wanneer een rivier sneller begint te stromen, neemt de erosie af.

In Nederland wordt door de rivieren weinig sediment afgezet.

1. Waar
2. Niet waar

Het neerleggen van materiaal als de transportsneheid van water, wind of ijs afneemt heet:

1. Sedimentatie
2. Reliëf
3. Verwering
4. Zwerfstenen

Welke zin hoort bij chemische verwering?

1. Gesteente verandert van samenstelling
2. Gesteente valt uit elkaar in kleine stukken
3. Het bevriezen van het water speelt hier een belangrijk rol.
4. IJs kan de scheurtjes in de stenen groter maken

Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?

1. 1 = gemaal, 2 = polder, 3 = zee, 4 = dijk
2. 1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
3. 1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee, 4 = gemaal
4. 1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee, 4 = gemaal

Welke zin hoort bij mechanische verwering?

1. Gesteente verandert van samenstelling
2. Gesteente valt uit elkaar in kleine stukken
3. Veel vocht en warmte versnellen dit proces
4. De plantenwortels scheiden zuren af

Wat is een polder?

1. Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
2. Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
3. Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
4. Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

In Nederland kun je nu nog zien dat er ijs gelegen heeft aan...

1. de dikke pakken veen
2. de zwerfstenen die in het landschap liggen
3. de dikke steenlagen die hier en daar liggen
4. de terpen in het noorden van Friesland

Waar woonden mensen op toen er nog geen duinen waren?

1. Dijken
2. Hollandveen
3. Oude duinen
4. Terpen

Waar stroomt de rivier harder?

1. Bovenloop
2. Middenloop
3. Benedenloop
4. In de delta

Hoe zijn de stuwwallen in Nederland ontstaan?

1. Aangelegd als verdediging
2. Door de rivieren neergelegd
3. Door het landijs omhoog gestuwd
4. Door sedimentatie

Wat stelt het plaatje hiernaast voor?

1. bos in het westen van Nederland
2. bos in het zuiden van Nederland
3. bos op een stuwwal
4. bos en weilanden in Laag Nederland

Smeltwaterdalen zijn gevormd door ...

1. smeltend ijs
2. wind
3. grote rivieren
4. mensen

Welke stelling is juist?

1. Hoog Nederland ligt vooral in het westen en in het noorden
2. Veluwe en Utrechtse heuvelrug zijn stuwwallen.
3. Laag Nederland ligt vooral in het zuiden en in het oosten.

Chemische verwering gaat sneller in de tropisch gebieden

1. Waar
2. Niet waar
3. Gaat overal even snel
4. Waar liggen de tropen?