verteringsstelsel

11.2 verteringsstelsel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.2 verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

afbreken van eiwitten

Slide 2 - Tekstslide

afbraak koolhydraten

Slide 3 - Tekstslide

afbraak van vet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen doen hun taak het best bij bepaalde omstandigheden: optimum.
Er is een optimum voor pH en voor temperatuur.

Problemen die ontstaan:
- lage pH: enzymen vervormen (=tijdelijk)
- hoge temperaturen: enzymen denatureren (= blijvend onwerkzaam).
- lage temperaturen: minder bindingen tussen enzym en substraat.




Slide 6 - Tekstslide

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen.
B
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen.
C
Voedingsstoffen klein maken zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
D
Voedingsstoffen opnemen in het bloed.

Slide 7 - Quizvraag

BINAS 82E
Welke organen zijn betrokken bij de koolhydraatvertering?
A
de maag, alvleesklier en lever
B
de maag, alvleesklier en dunne darm
C
de speekselklieren, alvleesklier en dunne darm
D
alvleesklier en speekselklieren

Slide 8 - Quizvraag

Een taak van de maag is ....
A
Zetmeelvertering
B
vetvertering
C
eiwitvertering
D
vitaminevertering

Slide 9 - Quizvraag

Hoe bewegen je darmen een voedselbrok door het verteringskanaal?
A
kringspieren erachter trekken samen, lengtespieren ervoor ontspannen
B
kringspieren erachter trekken samen, lengtespieren ervoor trekken ook samen
C
kringspieren ervoor trekken samen, lengtespieren ervoor ontspannen
D
kringspieren ervoor trekken samen, lengtespieren ervoor trekken ook samen

Slide 10 - Quizvraag

Vetbollen worden kleine vetbolletjes.

Je noemt dit .....
de stof die dit doet is ....
A
Peristaltiek ..... alvleessap
B
Vertering van vet .... speeksel
C
Emulgeren ..... gal
D
Klierwerking..... alvleessap

Slide 11 - Quizvraag

Als de lever teveel alcohol te verwerken krijgt, is er een grote kans op een leverbeschadiging. Welk proces in het darmkanaal kan minder goed verlopen als gevolg van een leverbeschadiging?
A
De darmperistaltiek.
B
De vertering van eiwitten.
C
De vertering van koolhydraten.
D
De vertering van de vetten.

Slide 12 - Quizvraag

Maya’s oma heeft geen tanden en kiezen. Licht toe of zij haar eten nog kan verteren.

Slide 13 - Open vraag

Amylase breekt zetmeel af in de mond en slokdarm. Leg uit waardoor amylase niet meer kan werken in de maag en verder in de darmen.

Slide 14 - Open vraag

Sommige soorten darmbacteriën breken plantenvezels af tot kleine vetzuren met slechts een paar C-atomen. Je darmcellen nemen die vetzuren op, gebruiken een deel en brengen de rest in je bloed. Licht toe dat mensen met deze darmbacteriën eerder kans hebben om in gewicht toe te nemen dan mensen die de dezelfde plantenvezels en dezelfde hoeveelheid voedsel eten, maar deze bacteriën niet hebben.

Slide 15 - Open vraag

Soms besluiten artsen de galblaas te verwijderen om herhaling van galsteenvorming te voorkomen. Na de verwijdering loopt de gal rechtsreeks de twaalfvingerige darm in. Dit kan diarreeklachten geven. Licht dat toe.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Link