HTV Leerjaar 1 les 1.2.4. Directe rede en signaalwoorden

Nederlands Generiek
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands Generiek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • In deze les leer je de 'directe rede'.
  • In deze les oefen je met het aanbrengen van structuur in de tekst. 

Slide 2 - Tekstslide

Directe rede

Slide 3 - Tekstslide

Wat is correct?
Directe...
A
Reden
B
Rede

Slide 4 - Quizvraag

Betekenis
Rede = het spreken
Reden = een argument

Slide 5 - Tekstslide

Directe en indirecte rede 
Direct = letterlijk herhalen wat iemand zegt.
Mijn docent zegt: "Het is bijna kerstvakantie." 


Indirect = vertellen wat iemand gezegd heeft.
Mijn docent zegt altijd dat het bijna kerstvakantie is. 
Zie je de : "..... "

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf een korte zin in de directe rede.

Slide 7 - Open vraag

SIGNAALWOORDEN

Slide 8 - Tekstslide

Ik trok mijn dienstwapen. De man draaide zich om.
Waarom trok ik mijn dienstwapen?

Slide 9 - Woordweb

Samenhang in tekst
De man draaide zich om, terwijl ik mijn dienstwapen trok. (tijd)   
nadat ik (tijd) 
maar ik (tegenstelling)  
omdat ik  (reden) 
hoewel ik (tegenstelling)
want ik  (reden)

Slide 10 - Tekstslide

Samenhang in tekst
De man draaide zich eerst om en rende daarna weg.  
Er zijn drie redenen om je dienstwapen te trekken: 
1. ..., 
2. ..., 
3. ....
(opsomming)



Slide 11 - Tekstslide

Tegenstelling
Opsomming
Tijd
Reden
en
Toen
Vervolgens
Daarna
Zodra
Daarnaast
Verder
Maar
Omdat
Daarom
Dus
Toch
Echter

Slide 12 - Sleepvraag

Huiswerk: 
S&G einde week 2: 100%
Huiswerk:
Taalblokken, Bouwstenen 2F (of 3F)
4. Succes, samenhang
3. Schrijven
Maak opdracht 1 t/m 5
en lees de theorie ;-)

Slide 13 - Tekstslide