7/1 grammatica, samentrekking havo 3

Zinsdelen: samentrekking
GRAMMATICA
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Zinsdelen: samentrekking
GRAMMATICA

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

  • Lesdoel
  • Lezen (of actviteit)
  • Terugblik vorige les
  • Wat weet je al?
  • Instructie - in stilte werken
  • Verlengde instructie - iedereen aan het werk
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:

  • kun je benoemen wat een samentrekking is;
  • kun je de voorwaarden voor een samenvatting benoemen;
  • kun je samentrekkingen in een zin herkennen en gebruiken.

Blauw = kennen = kennis = leren
Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00
In stilte lezen uit het door jouw gekozen boek op niveau.

Slide 4 - Tekstslide

Spotify (Engelengezang)






https://open.spotify.com/track/0DL5ZiYdN0I4xpJ1yJfvC4?si=65110dcbb00540ed
Noteer 2 zinnen. Benoem de PV en het WG.

Slide 5 - Tekstslide

Noteer 2 zinnen. Wat is de PV en het NG (WWD en NWD)?

Slide 6 - Open vraag

Songtekst van Engelengezang - Snollebollekes


Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de

Ik was laatst in de stad
In 't zuiden van het land
Ik hoorde in een kroeg
Engelengezang
En oh het was zo mooi
Oh het was zo spang
Dit hoorde ik nog nooit
Dit engelengezang


Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de oeh ja
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de

Papa ziet meer pups dan een hondenkennel
Giet batra in cups jonko krommer dan een
Hengel
Sap
Vers van de tap ey je snapt wat ik bedoel
Stond buit n in het zuiden zachte G net Gers Pardoel
Trappin' like a full secured backend controlly
Ik wil m'n wijn rood net een colbert van Snollie
Designer op m'n leier avec de chanson
Stone Island heupflacon ja vanavond gaan we dom ey

Slide 7 - Tekstslide

Songtekst van Engelengezang - Snollebollekes

Ik was laatst in de stad
In 't zuiden van het land
Ik hoorde in een kroeg
Engelengezang
En oh het was zo mooi
Oh het was zo spang
Dit hoorde ik nog nooit
Dit engelengezang

Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de


Zo mooi zo mooi zo mooi zo mooi
Mijn god wat drink ik nu nog een
Vodka jus
Zo mooi zo mooi zo mooi zo mooi
Lekker lekker lekker yi haa

Ga dom all day met m'n partycomité
Na een fles Bombay zing ik net als Ron D
Kom niet voor een kop thee maar een shot Grey
Fissa abonnee op een sudder net hachee

Roll de dice heet Yahtzee keek net
Neem een shotje artistiek noem het atelier
Gooi die benen los never skip legday

Slide 8 - Tekstslide

Songtekst van Engelengezang - Snollebollekes

Oh man dit engelengezang verdient Airplay
Ik was laatst in de stad
In 't zuiden van het land
Ik hoorde in een kroeg
Engelengezang
En oh het was zo mooi
Oh het was zo spang
Dit hoorde ik nog nooit
Dit engelengezang
Oh zo mooi

Het is zo veel gekke zooi
Volkomen van de leg
Ge denkt dit is een droom
Maar dit is echt

Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Hoem pa pa di da di dum pa di de

Zo mooi zo mooi zo mooi zo mooi
Hoem pa pa di da di dum pa di de
Zo mooi zo mooi zo mooi zo mooi
Hoem pa pa di da di dum pa di de

Slide 9 - Tekstslide

h

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les grammatica (dus niet de quiz) onthouden hebt.

Slide 11 - Woordweb

Nieuwe lesstof
Maak aantekeningen, want de LessonUp wordt niet gedeeld.
1 Schrijf de datum en het vak op.
2. Schrijf hoofdstuk en het onderwerp.
3. Schrijf geen hele zinnen, maar gebruik steekwoorden en gebruik (voor jou herkenbare)afkortingen. 
Het hoeft nog niet netjes, zolang het voor jou maar leesbaar is.
--> de docent gaat door in het tempo van de les, dus toch veel schrijven, betekent halve informatie!4. Onderstreep belangrijke woorden.
5. Verbanden geef je snel aan met pijlen.
6. Getallen in cijfers, niet in letters.
7. Werk de aantekeningen dezelfde dag thuis uit!

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord
'samentrekking'?
Wat kan dat betekenen binnen
het vak Nederlands?

Slide 13 - Woordweb

Ela geeft in het sportcentrum zelf streetdancelessen en steplessen.
Welk woord(deel) mag je weglaten?
A
1e lessen
B
2e lessen

Slide 14 - Quizvraag

Bij die zaak kun je trouwjurken, trouwpakken en trouwaccessoires kopen.
Welk(e) woorddeel( of woorddelen) mag je weglaten?
A
1e trouw
B
2e trouw
C
3e trouw

Slide 15 - Quizvraag

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Carol heeft gisteren deze berg beklommen en Wietze die berg.

Slide 16 - Open vraag

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Leontine heeft meer boeken gekocht dan Patty cd's.

Slide 17 - Open vraag

Bekijk de volgende woordgroepen en zinnen:

Bekijk de volgende woordgroepen en zinnen:
– voor- en nadelen
– dikke en dunne sokken 
– Er staan weer nieuwe films en series op Netflix.
– Voor de feestavond trekt Isolde een galajurk aan en Oumaima een broekpak. 

Wat valt je op?


Slide 18 - Tekstslide

Samentrekking
In de voorbeelden is een woorddeel (-delen van voordelen), een woord (sokken, nieuwe) of een zinsdeel (trekt aan = wg) weggelaten, omdat het ook op een andere plek in de woordgroep of zin voorkomt. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren. 


Slide 19 - Tekstslide

Samentrekking
Een goede tekst is zo kort mogelijk. 
Maar wat als je nou echt twee keer hetzelfde woord of hetzelfde zinsdeel wilt gebruiken? Dan gaan we samentrekken.

Samentrekken is dus weglaten op een manier dat er geen misverstand kan zijn over wat je bedoelt.


Slide 20 - Tekstslide

Samentrekking
Er bestaat voorwaartse en achterwaartse samentrekking:
- voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het eerste deel van de samentrekking en verderop weggelaten: kerstballen en -slingers;
 - achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvóór weggelaten: in- en uitademen.



Slide 21 - Tekstslide

Samentrekking
Een goede tekst is zo kort mogelijk. 
Maar wat als je nou echt twee keer hetzelfde woord of hetzelfde zinsdeel wilt gebruiken? Dan gaan we samentrekken.

Samentrekken is dus weglaten op een manier dat er geen misverstand kan zijn over wat je bedoelt.


Slide 22 - Tekstslide

In het kort

Slide 23 - Tekstslide

Voorwaarden en stappenplan
Voorwaarden
Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
Dezelfde betekenis hebben
Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.

1. vul de weggelaten woorden in;
2. kijk of het voldoet aan de 3 voorwaarden;
zo ja --> zo laten;
zo nee --> de zin aanpassen.


Slide 24 - Tekstslide

Werk voor deze les + huiswerk: Alvast aan het werk? 
  • je begrijpt de lesstof/theorie voldoende (je kunt het groene theorieblok uit je boek gebruiken als ondersteuning) 
  • je werkt in STILTE en je mag NIET PRATEN of OVERLEGGEN en geen vragen stellen
  • je bent echt aan het werk!
Klaar = in STILTE lezen

Pak je VIP en noteer:
Online: Cursus 5 Grammatica, § 3 ZD Samentrekking, opdracht 1 t/m 5, 6c en 7c, kies daarna je leerroute om extra te oefenen.

Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over dingen die je niet begreep!

Slide 25 - Tekstslide

Werk voor de deze en de volgende les:
Begrijp je de lesstof, dan mag je nu aan het werk gaan.
Dit doe je ALLEEN en IN STILTE --> niet stil is lesboek dicht en luisteren naar de instructie!
Je mag niet overleggen en geen vragen stellen aan elkaar of aan de docent.

Werk:
H2, grammatica, blz. 60/61, startopdracht + opdracht 1 t/m 5
+nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Wat niet af is = huiswerk!

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een samentrekking?
  • Een samentrekking houdt in dat een woorddeel, woord of zinsdeel kan worden weggelaten, omdat het eerder of later in de zin genoemd wordt. Door het identieke woord, (-deel) of de identieke zinsdelen weg te laten kun je korter formuleren en dat is efficiënter.  

Jan at een appel en Piet at een peer. 
Jan at een appel en Piet een peer. 

Slide 27 - Tekstslide

Welk deel van het woord mag je weglaten?

Damesschoenen en herenschoenen

Slide 28 - Open vraag

Typen samentrekkingen
Voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt vooraan benoemd en achterin weggelaten.
>>Hij houdt wel van appeltaart, maar [..] niet van chocoladecake

Achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt achteraan in de samentrekking benoemd en voorin weggelaten.
>>in voor- en tegenspoed

Slide 29 - Tekstslide

Welk deel van het woord mag je weglaten?

kleine landen en grote landen

Slide 30 - Open vraag

Niveaus van samentrekking - woordniveau
voor- en tegenstanders, in- en uitvoer, knutsel- en tekenspullen, koffiekopjes en -schoteltjes, voetbaltrainers en -spelers
Het streepje is een weglatingsteken: het vervangt een deel van een samenstelling.

In deze voorbeelden zie je dat het streepje (-) een deel van het soortgelijke woord vervangt. 

Het kan zelfs als een van de twee woorden geen samenstelling is: basisonderwijs en voortgezet onderwijs kun je vervangen door basis- en voortgezet onderwijs. 
--> Niet door *voortgezet- en basisonderwijs, want voortgezet onderwijs bestaat uit twee woorden; het streepje (-) vervangt een deel van een woord.

Slide 31 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking - woordniveau
Woordniveau: een woorddeel wordt weggelaten en op de plek van het weggelaten woorddeel wordt een weglatingsstreepje genoteerd: 
>> voorwaarts: bakkersbollen en -speculaas 
Het gemeenschappelijke deel wordt vooraan benoemd en achterin weggelaten.
>> achterwaarts: voor- en achteruitgang 
Het gemeenschappelijke deel wordt achterin de samentrekking benoemd en voorin weggelaten.

Slide 32 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking - woordgroepniveau
Woordgroepniveau: binnen een woordgroep worden één of meer woorden weggelaten:

>> voorwaarts: gescheiden mannen en vrouwen
(het VOORSTE woord wordt benoemd)
>> achterwaarts: grote en middelgrote steden
(het ACHTERSTE woord wordt benoemd)

Slide 33 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking - zinsniveau
Je kunt in samengestelde zinnen ook vaak een of meerdere zinsdelen weglaten. 
Je doet ook dit weer om je tekst zo kort en helder mogelijk te maken. 

Wil je dat deze zinnen goed lopen, dan zorg je ervoor dat het samengetrokken deel in beide delen dezelfde vorm, betekenis, functie en plaats zou hebben.

Voorbeeld:
Hij liep weg, pakte zijn jas en deed het licht uit.
Hij kan steeds onderwerp zijn (functie) en voor de persoonsvorm geplaatst worden.

Ans eet graag boerenkool en ik pizza.
'eet' (functie:pv) en 'graag' (functie: bwb) kunnen na het onderwerp in dezelfde volgorde geplaatst worden.

Slide 34 - Tekstslide

Niveaus van samentrekking - zinsniveau
Zinsniveau: één of meer zinsdelen (ow, wg, lv, mv, bwb etc.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten.

>> (voorwaarts) Mees gaat op de fiets en Joia [...] op de scooter.
>> (achterwaarts) Wij werken [...] en onze kinderen studeren elke dag van de week.

Slide 35 - Tekstslide

De samentrekking wringt:
Als de vorm niet klopt
*Gisteren heeft hij gewonnen en morgen zal hij weer.
De vorm die je zou willen invullen is 'winnen' niet 'gewonnen'.

Als de betekenis niet klopt
*Ik liet mijn hond uit en mijn oma binnen.
Uitlaten en binnenlaten zijn twee verschillende betekenissen.

Als de functie niet klopt
*Hij is ziek en toch gaan werken.
'is' = in deel 1 koppelwerkwoord van een naamwoordelijk gezegde (is ziek) en zou in deel 2 hulpwerkwoord in een werkwoordelijk gezegde zijn (is gaan werken).
Zie je de functiefout in het krantenknipsel?


Bij samentrekking sluipen er gemakkelijk foutjes in de zin als je niet meer denkt aan andere taalregels en -afspraken of als je niet goed oplet wat je nu precies opschrijft (mondeling ervaren we onderstaande voorbeelden vaak niet als fout).

Slide 36 - Tekstslide

Belangrijk!
Blijf nadenken!

Bij samentrekking sluipen er gemakkelijk foutjes in de zin als je niet meer denkt aan andere taalregels en -afspraken of als je niet goed oplet wat je nu precies opschrijft (mondeling ervaren we onderstaande voorbeelden vaak niet als fout).

Slide 37 - Tekstslide

Woordvolgorde
Hoort deze inversie (omdraaiing van onderwerp en persoonsvorm) ook bij de bepaling?
*Op 14 maart begint de proefwerkweek en studeren we tot het einde van het schooljaar voor een prima resultaat.
Op 14 maart begint de proefwerkweek en we studeren tot het einde van het schooljaar voor een prima resultaat.

Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort.
- Geloof jij dat als je je laat vaccineren dat je dan geen kinderen meer kunt krijgen? (minder vloeiend: dat/als-constructie)
  Geloof jij dat je geen kinderen meer kunt krijgen als je je laat vaccineren?

- De coördinator heeft de uitslagen meteen aan de leerlingen die natuurlijk enorm benieuwd waren doorgegeven. ("tangconstructie")
  De coördinator heeft de uitslagen meteen doorgegeven aan de leerlingen die natuurlijk enorm benieuwd waren.

Slide 38 - Tekstslide

Je kunt ook te veel weglaten
Een grote groep mensen verzekeren is altijd goedkoper dan een kleine groep.
--> Beter: Een grote groep mensen verzekeren is altijd goedkoper dan een kleine groep verzekeren. 
Een kleine groep kan namelijk best goedkoop zijn in andere gevallen.

*De zeespiegel aan de Nederlandse kust stijgt al jaren sneller dan de rest van de wereld.
--> Beter: De zeespiegel aan de Nederlandse kust stijgt al jaren sneller dan IN de rest van de wereld.

Gebruik een verwijswoord als een herhaald zinsdeel in het tweede deel een andere functie heeft/een ander zinsdeel is:
*We dachten dat de bus al vertrokken was, maar kwam gelukkig nog. 
We dachten dat de bus al vertrokken was, maar hij kwam gelukkig nog. --> bus = lv-zin, hij (de bus) = o

Slide 39 - Tekstslide

Denk na over je komma's
De coördinator heeft de uitslagen meteen doorgegeven aan de leerlingen, de leerlingen waren enorm benieuwd. 

De coördinator heeft de uitslagen meteen doorgegeven aan de leerlingen die enorm benieuwd waren. 
--> Nu krijgen alleen de leerlingen die enorm benieuwd waren de uitslag, je noemt dit dan ook een beperkende bijzin.

De coördinator heeft de uitslagen meteen doorgegeven aan de leerlingen, die enorm benieuwd waren. 
--> Nu krijgen alle leerlingen de uitslag. Deze bijzin geeft extra informatie over de leerlingen; je noemt deze daarom een uitbreidende bijzin.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Voorwaarden en stappenplan
Voorwaarden
Hetzelfde getal hebben (enkelvoud/meervoud)
Dezelfde betekenis hebben
Dezelfde functie hebben (onderwerp, lijd. vw, meew. vw, enz.

1. vul de weggelaten woorden in;
2. kijk of het voldoet aan de 3 voorwaarden;
zo ja --> zo laten;
zo nee --> de zin aanpassen.


Slide 42 - Tekstslide

Werk voor deze les + huiswerk: 
    Pak je VIP en noteer:
    Online: Cursus 5 Grammatica, § 3 ZD Samentrekking, opdracht 1 t/m 5, 6c en 7c, kies daarna je leerroute om extra te oefenen.
    Verlengde instructie:
    Online: Cursus 5 Grammatica, § 3 ZD Samentrekking, opdracht 1 t/m 5, 6b en 7b, kies daarna je leerroute om extra te oefenen.


    Klaar = in STILTE lezen
    Wat niet af is = huiswerk

    timer
    15:00

    Slide 43 - Tekstslide

    Lesdoel:
    Aan het einde van deze les:

    • kun je benoemen wat een samentrekking is;
    • kun je de voorwaarden voor een samenvatting benoemen;
    • kun je samentrekkingen in een zin herkennen en gebruiken.

    Blauw = kennen = kennis = leren
    Oranje = kunnen = met de kennis de vaardigheid oefenen

    Slide 44 - Tekstslide

    Wat mag hier worden samengetrokken?
    >> Op de camping haal ik altijd verse soep en verse broodjes.

    Slide 45 - Open vraag

    Wat mag hier worden samengetrokken?
    >>slimme leerlingen en bijzonder slimme leerlingen

    Slide 46 - Open vraag

    Wat mag hier worden samengetrokken?
    >> succesvolle modellen en minder succesvolle modellen

    Slide 47 - Open vraag

    Ik weet wat een samentrekking is en kan deze herkennen en gebruiken in zinnen.
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 48 - Poll

    Feedback
    Wat vond je fijn/goed aan deze les?
    Wat zou je liever anders willen zien?

    Slide 49 - Open vraag

    Reflectie:
    Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
    Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren?

    Slide 50 - Open vraag