Een samentrekking houdt in dat een woorddeel, woord of zinsdeel kan worden weggelaten, omdat het eerder of later in de zin genoemd wordt. Door het identieke woord, (-deel) of de identieke zinsdelen weg te laten kun je korter formuleren en dat is efficiënter.
Jan at een appel en Piet at een peer.
Jan at een appel en Piet een peer.
Slide 16 - Tekstslide
Welk deel van het woord mag je weglaten?
Damesschoenen en herenschoenen
Slide 17 - Open vraag
Typen samentrekkingen
Voorwaartse samentrekking:het gemeenschappelijke deel wordt vooraan benoemd en achterin weggelaten.
>>Hij houdt wel van appeltaart, maar [..] niet van chocoladecake
Achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt achteraan in de samentrekking benoemd en voorin weggelaten.
>>in voor- en tegenspoed
Slide 18 - Tekstslide
Welk deel van het woord mag je weglaten?
kleine landen en grote landen
Slide 19 - Open vraag
Niveaus van samentrekking
Woordniveau:een woorddeel wordt weggelaten en op de plek van het weggelaten woorddeel wordt een weglatingsstreepje genoteerd:
>> voorwaarts: bakkersbollen en -speculaas
Het gemeenschappelijke deel wordt vooraan benoemd en achterin weggelaten.
>> achterwaarts: voor- en achteruitgang
Het gemeenschappelijke deel wordt achterin de samentrekking benoemd en voorin weggelaten.
Slide 20 - Tekstslide
Niveaus van samentrekking
Woordgroepniveau: binnen een woordgroep worden één of meer woorden weggelaten:
>> voorwaarts: gescheiden mannen en vrouwen
(het VOORSTE woord wordt benoemd)
>> achterwaarts: grote en middelgrote steden
(het ACHTERSTE woord wordt benoemd)
Slide 21 - Tekstslide
Niveaus van samentrekking
Zinsniveau: één of meer zinsdelen(ow, wg, lv, mv, bwb etc.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten.
>> (voorwaarts) Mees gaat op de fiets en Joia [...] op de scooter.
>> (achterwaarts) Wij werken [...] en onze kinderen studeren elke dag van de week.