► Literair: wat betrekking heeft op literatuur*.
► Literatuur: verzamelnaam voor fictieve* teksten die een ‘diepere laag’ hebben. Kenmerken van literatuur zijn onder meer: originaliteit, complexiteit, onvoorspelbaarheid, een bijzondere stijl* en de mogelijkheid om verschillende betekenissen aan de tekst toe te kennen.
► Proza: verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen. Daarin onderscheidt proza zich van poëzie (gedichten).
► Roman: een lang (boekvullend) fictief verhaal.
► Autobiografie: de schrijver beschrijft zijn eigen leven. Het woord komt uit het Grieks: auto betekent 'zelf'; bios betekent 'leven' en grafie komt van 'graphein', schrijven.
► Stijl: de manier waarop een verhaal is geschreven. Stijl omvat niet alleen woordkeus en zinsbouw, maar bijvoorbeeld ook de afwisseling tussen dialoog en beschrijvingen en het gebruik van ironie. Woorden die vaak gebruikt worden om de stijl van een schrijver te omschrijven zijn ‘sober’ (kaal), ‘zakelijk’ (rechttoe-rechtaan) en ‘bloemrijk’ (met veel versieringen).
► Verzonnen verhaal. Fictieve verhalen kunnen (deels) gaan over mensen die werkelijk (hebben) bestaan of gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden.