Woordbenoemen: Lidwoord, Zelfstandignaamwoord, Werkwoord, Bijvoegelijk naamwoord

Woordbenoemen
Doel: Aan het eind van de les kan ik
- samenwerken met een chromebook
- uitleggen wat werkwoorden, zelfstandignaamwoorden, lidwoorden, bijvoegelijknaamwoorden en bijwoorden zijn
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordbenoemen
Doel: Aan het eind van de les kan ik
- samenwerken met een chromebook
- uitleggen wat werkwoorden, zelfstandignaamwoorden, lidwoorden, bijvoegelijknaamwoorden en bijwoorden zijn

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken
- De chromebook begint bij een leerling en wisselt elke beurt door
- Alleen de leerling die aan de beurt is vult het antwoord in
- Je doet actief mee met het overleggen, samen kom je (zachtjes) tot een antwoord
- Betrek klasgenoten als je ziet dat zij niet actief meedoen
- Het is geen wedstrijd dus je juicht niet

Slide 2 - Tekstslide

Even oefenen...
Hoe noemen we woorden
zoals de, het en een?

Slide 3 - Woordweb

Hoe noemen we woorden
zoals lopen, springen, zitten?

Slide 4 - Woordweb

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noemen we het woord 'grote'
in de zin: Hij zit op de grote stoel.

Slide 6 - Woordweb

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor woord is het woord 'bloem' in de volgende zin:
Sandra plukte een bloem.

Slide 8 - Open vraag

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Slide 9 - Tekstslide

De jongen loopt snel.
Hoe noemen we het woord snel in deze zin?

Slide 10 - Open vraag

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Slide 11 - Tekstslide

Het bijwoord
  • Zegt iets over een niet-zelfstandignaamwoord (dus bijvoorbeeld een werkwoord, bijvoegelijk naamwoord of ander bijwoord)
  • Geeft aan waar, wanneer of hoe iets gebeurt

Slide 12 - Tekstslide

Werk-
woord
Zelfstandig
naamwoord
Lidwoord
Bijvoegelijk naamwoord
Bijwoord
Morgen
werken
de
kinderen
hard

Slide 13 - Sleepvraag

Werk-
woord
Zelfstandig
naamwoord
Lidwoord
Bijvoegelijk naamwoord
Bijwoord
De
groene
plant
waait
hevig

Slide 14 - Sleepvraag

Werk-
woord
Zelfstandig
naamwoord
Lidwoord
Bijvoegelijk naamwoord
Bijwoord
Pieter
schrijft
een
lange
brief

Slide 15 - Sleepvraag

Werk-
woord
Zelfstandig
naamwoord
Lidwoord
Bijvoegelijk naamwoord
Bijwoord
De
kip
legt
een
groot
ei

Slide 16 - Sleepvraag

?
Werk-
woord
Zelfstandig
naamwoord
Lidwoord
Bijvoegelijk naamwoord
Bijwoord
Gaan
de
lieve
kinderen
morgen
spelen

Slide 17 - Sleepvraag

Klap de chromebook nu dicht.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe ging het?
- Samenwerken met de chromebook?

Slide 19 - Tekstslide

Hoe ging het?
- Oefenen met woordbenoemen?

Slide 20 - Tekstslide