Lezen H3

H3 - opdr 2
Lesdoel:
Je kunt onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Je kunt onderscheid maken tussen mening en argumenten.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H3 - opdr 2
Lesdoel:
Je kunt onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Je kunt onderscheid maken tussen mening en argumenten.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste woord in:
Een ... kun je controleren. Het kan waar on onwaar zijn.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste woord in:
Met een ... kun je het eens of oneens zijn.

Slide 3 - Open vraag

mening
eventueel 'standpunt'
Vul het juiste woord in:
Met een ... legt iemand uit waarom hij een bepaalde mening heeft.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk tekst 2 'Minister Slob tegen 'klimaatspijbelaars': ... '
Wat is de belangrijkste boodschap van minister Slob voor de klimaatspijbelaars?

Slide 5 - Open vraag

Leerplicht is belangrijker dan actievoeren.
of: naar school gaan is belangrijker dan actievoeren.
of: ‘Leerplicht gaat vóór actievoeren’.
Lezen tekst 2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'klimaatspijbelaars'
'goed doel'
'Daar hebben wij hen hard voor nodig.'
Het is een citaat.
Het is een nieuw, zelfbedacht woord.
Het is niet letterlijk bedoeld.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

sympathiek
komen opdagen
ongenoegens
incidenteel
instantie
formeel
officiële organisatie
ontevredenheid
positief, aardig
verschijnen
volgens de regels
zo nu en dan

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk werkwoord herken je de mening van meneer Slob in alinea 2?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk signaalwoord herken je de mening van meneer Slob in alinea 2?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarover geeft minister Slob in alinea 2 zijn mening?

Slide 11 - Open vraag

Over staken onder schooltijd.
Wat is de functie van alinea 4? Alinea 4...
A
beschrijft de aanleiding voor de Nederlandse spijbelacties.
B
geeft een voorbeeld van acties in andere landen.
C
noemt de gevolgen van de Nederlandse spijbelacties.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staan in alinea 4 ... ?
A
feiten
B
meningen
C
beide

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In alinea 5 krijg je een mening met argument(en) van minister Slob. Noteer de mening van de minister.

Slide 14 - Open vraag

Schooldirecteuren moeten spijbelende leerlingen melden bij de leerplichtambtenaar.
of: Kinderen moeten naar school gaan.
In alinea 5 krijg je een mening met argument(en) van minister Slob. Noteer het woord waaraan je zijn eerste argument herkent.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In alinea 5 krijg je een mening met argument(en) van minister Slob. Noteer in je eigen woorden het tweede argument van de minister.

Slide 16 - Open vraag

Leerlingen hebben buiten schooltijd genoeg tijd om te protesteren.
Wat is het verband tussen alinea 6 en 7? Alinea 7 ...
A
geeft een nieuwe mening over hetzelfde onderwerp als in alinea 6.
B
is een argument bij de mening in alinea 6.
C
is een uitleg bij alinea 6.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In alinea 7 zegt de instantie voor leerplichtambtenaren iets over spijbelen. Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De laatste twee zinnen van de tekst zijn een citaat van de minister. Wie bedoelt hij met 'jullie' en wie is 'wij'?

Slide 19 - Open vraag

‘Niet alleen: dit moeten jullie doen, ook: dit kunnen wij doen. Wat is onze bijdrage en wat kunnen wij in ons gedrag veranderen om ook te zorgen voor een beter milieu?’
jullie = de regering / andere mensen
wij = de klimaatspijbelaars
Wat is het belangrijkste doel van de schrijver met deze tekst?
A
Je adviseren om te gaan spijbelen voor het klimaat.
B
Je informatie geven over de mening van de minister over de klimaatspijbelactie.
C
Je overtuigen van de mening van de minister van Onderwijs.
D
Je waarschuwen om geen actie te gaan voeren voor het klimaat op een schooldag.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je ervan om op deze manier een vraag te bespreken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je wat geleerd tijdens deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies