In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
zijn er nog vragen over de nieren?
Slide 1 - Open vraag
maak een foto van je huiswerk bij 17.5-17.10
Slide 2 - Open vraag
Systematische probleemaanpak
Slide 3 - Tekstslide
SPA-kaart
tweetallen:
maakt de vraag, en denkt hardop
observeert, noteert hoe SPA gebruikt wordt
evalueren: stappen gemist? welke kennis/vaardigheid moet geoefend worden?
Slide 4 - Tekstslide
noteer in tabel
vraag nummer: leerling:
fase
tips/tops
lezen
verwoorden/beelden
aanpak
uitvoeren
controle
Slide 5 - Tekstslide
Volgende dia is een link naar de SPA-kaart, met dingen die je allemaal zou kunnen doen om bij een antwoord te komen
Slide 6 - Tekstslide
https:
Slide 7 - Link
Oefenen examenvragen
Thema 12, opdracht 28
programma:
wat weet je nog over enzymwerking?
lees examenvragen in 10vb, maak in lessonup
bespreken examenvragen
Slide 8 - Tekstslide
Noteer wat je allemaal nog weet over enzymen
Slide 9 - Open vraag
Enzymen
optimumcurves voor pH en T
denaturatie bij hoge T of extreme pH
verteringsenzymen vaak inactief geproduceerd (Waarom?)
activatie door pH-verandering of cofactor/co-enzym.
theorie 13.8
oefenen met thema 12 opdr 28
biokatalysator:
versnelt reacties
gebruikt, niet verbruikt
eiwit
substraat- en reactiespecifiek
verbreekt of bouwt moleculen
substraat / enzymsubstraatcomplex / product(en)
vorm actieve plaats belangrijk
naam vaak: substraat + -ase
Slide 10 - Tekstslide
23 Welke van deze grafieken is ontstaan door de kortste pre-incubatietijd in te voeren?
A
grafiek 1
B
grafiek 2
C
grafiek 3
D
grafiek 4
Slide 11 - Quizvraag
38 - Neemt de optimumtemperatuur in de periode t1 - t4 af, blijft deze gelijk of neemt deze toe? - Leg je antwoord uit. - Betrek in je uitleg de moleculaire structuur van enzymen.
Slide 12 - Open vraag
verder met theorie 13.8 toetsvragen 1. In welke van deze situaties zal de productie van P3 per tijdseenheid hoger worden?
Slide 13 - Open vraag
3. Welke twee variabelen kunnen langs de verticale as zijn uitgezet?
Slide 14 - Open vraag
6. Welke van de wijzigingen (1), (2) en (1 en 2) heeft zij gekozen? Geef een verklaring voor je antwoord.
7. Waardoor neemt na tijdstip t de hoeveelheid gevormde maltose in beide experimenten p en q niet meer toe?