In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Herhaling WIL
Bespreken en oefenen WIL
Zelfstandig werken
Slide 1 - Tekstslide
Bespreken examenopdracht
Slide 2 - Tekstslide
Als het verval 600 meter is en de lengte van de rivier 450 kilometer is. Wat is dan de juiste berekening voor het verhang?
A
600 x 450
B
600-450
C
600 \ 450
D
600 + 450
Slide 3 - Quizvraag
Verval en verhang
verval = het aantal meters dat een rivier naar beneden 'valt' tussen twee bepaalde punten
Verhang = het verval / de totale lengte van de rivier tussen twee bepaalde punten
verhang=lengte(km)verval
Slide 4 - Tekstslide
Welke van de volgende uitspraken over rivieren is/zijn juist? B I Dicht bij de bron is het verval in het algemeen kleiner dan bij de monding. II Dicht bij de bron is de rivier in het algemeen breder dan bij de monding.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Alleen uitspraak 1 is juist
C
Aleen uitspraak 2 is juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 5 - Quizvraag
daarnaast is Nederland verdeeld in Waterschappen
Zij regelen kwaliteit en kwantiteit in de regio.
Verkiezingen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
In het holoceen ging de temperatuur...?
A
Dalen en kregen we een ijstijd
B
Stijgen en kregen we moerassige gebieden
Slide 8 - Quizvraag
In het pleistoceen hadden we?
A
Een hoge zeespiegel
B
Een lage zeespiegel
Slide 9 - Quizvraag
Wat zal de belangrijkste oorzaak zijn voor de verwachte zeespiegelstijging?
A
Smelten zee ijs
B
Smelten landijs
C
Toename water in de kringloop
D
Uitzetten van zeewater
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
*herhaling: Waardoor hebben polders in West-Nederland veel last van verzilting?
A
door bemaling van de polders
B
door de infiltratie van oppervlaktewater in de duinen
C
door de toenemende neerslag
D
door opwaartse stroming van zoet water
Slide 13 - Quizvraag
Waarom is de kans op verzilting door zeewater in de zomer het grootst?
Slide 14 - Open vraag
IJsselmeer
De rol van het IJsselmeer is dat men het water in de zomer verhoogt in het IJsselmeer.
Hierdoor kan de overheid dit zoetwater verdelen voor drinkwater en voor de landbouw.
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel % van al het water op de aarde is zoet water?
A
3%
B
12,5%
C
25%
D
48%
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Prioriteiten in tijden van droogte. Wat komt eerst? Wat als laatste?