les 26 poëzieanalyse les 9

 poëzieanalyse les 8
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 poëzieanalyse les 8
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Huiswerk opdracht nakijken: De Kalverstraat
- Bloemlezing Waarom eigenlijk? En twee losse gedichten lezen.
- Gedicht analyseren: De moeder de vrouw
- Stripgedicht Ik ben de jongen
Pak vast:
- pen en papier
- poëzieboekjes

Slide 2 - Tekstslide

Lees en analyseer: De kalverstraat (blz. 7, bloemlezing) opdracht op blz. 6 van het opdrachtenboekje

Slide 3 - Tekstslide

Lees en analyseer: De kalverstraat (blz. 7, bloemlezing) opdracht op blz. 6 van het opdrachtenboekje
Overeenkomsten:
  • - Zelfde opbouw van zinnen, bijvoorbeeld cultuur/natuur is…; Geef mij; Alles is; Dit heb ik
  • - Zelfde rijmschema met dezelfde klanken
  • - Veel woorden worden herhaald
  • - Beide gedichten gaan over een bekende straat in Amsterdam
  •  
  • Cultuurhaat van de typische middenstander

Slide 4 - Tekstslide

De bloemlezing: een van de acht literaire werken
zes leesboeken + middeleeuws werk + poëziebundel
Bloemlezing blz. 2
'Olla Vogala'

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

De bloemlezing: een van de acht literaire werken
zes leesboeken + middeleeuws werk + poëziebundel
Bloemlezing blz. 4
'Aan een klein meisje'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opdrachtenboekje blz. 5 'De moeder de vrouw'
Lezen: info over de dichter
Lezen: 'De moeder de vrouw'
Maken: onderstaande opdracht blz. 5

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachtenboekje blz. 5 'De moeder de vrouw'
  • 1. Duidelijkste voorbeeld: regel 4-5, maar ook in regel 2-3 en 3-4 zit enjambement.
  • 2. abba cddc efe fef omarmend en gekruist
  • 3. strofe 1: Bommel – brug – brug – buren
  • strofe 4: zij – zong – zong – zij – Zijn – zal
  • strofe 4: dacht – dat – daar

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachtenboekje blz. 5 'De moeder de vrouw'
  • 4. Twee overzijden … weer buren: personificatie
  • mijn hoofd vol van het landschap: metafoor
  • stem uit de oneindigheid: metafoor
  • 5. Bij de laatste twee regels. Eerst is het gedicht nog heel algemeen. Er wordt een landschap beschreven, de ik ziet een vrouw op een schip. In de laatste twee regels wordt het persoonlijk en wordt er ingezoomd op zijn moeder.

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachtenboekje blz. 5 'De moeder de vrouw'
  • 6. – de ik gaat naar de brug; de vrouw vaart eronderdoor
  • - de ik lag (in het gras); de vrouw stond (aan het roer)
  • - de ik luistert; de vrouw zingt
  • - de ik is passief; de vrouw actief

  • 8. Hij gaat dood
  • 10. De ik associeert de vrouw die aan het dek staat met zijn moeder. Die moeder is waarschijnlijk gestorven. Het gedicht lijkt te gaan over het verlangen naar een  gestorven moeder.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachtenboekje blz. 5 'De moeder de vrouw'
Diepere laag:
Twee overzijden worden gescheiden door de rivier. De brug verbindt die overzijden met elkaar. De twee overzijden worden soms geïnterpreteerd als een metafoor voor het leven op aarde en het hiernamaals. Bij deze lezing is de brug, de verbindende factor, Jezus. De ik is op aarde, aan hem gekoppeld zijn allerlei aardse zaken, bijv. in het gras liggen en thee drinken.
De moeder is in de ‘oneindigheid’, in de hemel. Zij komt met een geruststelling: vertrouw op God, Hij zal voor je zorgen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video