H5 Leidinggeven N4 Personeelsmanagement

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 3

H5 LEIDINGGEVEN 

Na uitleg/toelichting 1e deel H5: 

Lezen en bestuderen H4 blz. 141 t/m 154

Maken bijbehorende opdrachten 1 t/m 11

Uitwerkboekjes beschikbaar.

Tijdens lesuren 13-15 uur ook werken aan LOB en BUR !!

Zie bestanden in It's Learning.

H5 Leidinggeven 

5.1 Leidinggeven

Zonder boek:

Mindmap maken:

• wat doet een leidinggevende?

• wat is een effectief leider?

H5 Leidinggeven 

5.1 Leidinggeven

Leidinggeven – soorten leiders:

• intrinsieke leiders: uit zichzelf, natuurlijk, altijd voortouw nemen
• extrinsieke leiders: opgedragen/aangeleerd. Opleiding/cursus.

• Vraag: wie noemt zich voor zichzelf een intrinsieke of extrinsieke leider?

H5 Leidinggeven 

5.1 Leidinggeven

Effectief leiderschap:

• visie met passie: doelgericht, niet zozeer de weg er naar toe. Passie!
• integer en betrouwbaar: eerlijk en transparant
• houdt van mensen: door het vuur, communiceren!
• zorgt voor kampioenen: aanmoedigen, inspireren
• juiste beslissingen: hakt knopen door, neemt verantwoordelijkheid
• houdt overzicht maar is ook helpend en ondersteunend. Delegeert om medewerkers te motiveren.

H5 Leidinggeven 

5.1 Leidinggeven

Leiderschap – taken

• beslissingen nemen
  
• controleren, beoordelen en organiseren
  
• coördineren
  
• delegeren
  
• taakopdrachten geven
  
• instrueren
  
• begeleiden en coachen, het beste eruit halen...

H5 Leidinggeven 

5.2 Beslissingen nemen:

H5 Leidinggeven 

5.2 Beslissingen nemen:

1. voorbereiding: wat is je doel en beschrijf probleem-dilemma
2. beeld helder krijgen, wat...
3. duidelijk beschrijven probleemstelling
4. brainstormen over oplossingen zonder oordelend over ideeën
5. voor-nadelen oplossingen op rij zetten
6. oplossing delen en benoemen wie-wat-wanneer
7.  implementatie: invoeren oplossing-controle-werkzaam-bijstellen-evalueren

H5 Leidinggeven 

5.2 Beslissingen nemen:

1. 
   
   

• Samen opdracht 6.

Bespreken.

H5 Leidinggeven 

5.3 Controleren, organiseren en coördineren

• nagaan of jij en je medewerkers op de goede weg zitten
  
• overzicht houden
  
• weten of je je prognoses behaalt
  
• tussentijdse controle of controle op resultaat
  
• eventueel bijsturen.

H5 Leidinggeven 

5.3 Controleren, organiseren en coördineren

Controleren: 

• vindt plaats naar aanleiding van een doel
  
• behaalde resultaten vergelijken met het doel
  
• tussentijdse controle maakt e.e.a. geleidelijker...
• is onderdeel van cyclus, PDCA (par. 5.8)

H5 Leidinggeven 

5.3 Controleren, organiseren en coördineren

Organiserende taken: 

• werkplanning
  
• rittenstaat
  
• monitoren van de kosten
  
• organiseren van werkoverleggen.

H5 Leidinggeven 

5.3 Controleren, organiseren en coördineren

Coördineren: afstemmen van taken:

• plannen
  
• overlegstructuren invoeren
  
• rondlopen op de werkvloer
  
• taken vastleggen 
• medewerkers met elkaar in contact brengen.

H5 LEIDINGGEVEN 

Na uitleg/toelichting 1e deel H5: 

Lezen en bestuderen H4 blz. 141 t/m 154

Maken bijbehorende opdrachten 1 t/m 11

Uitwerkboekjes beschikbaar.

Tijdens lesuren 13-15 uur ook werken aan LOB en BUR !!

Zie bestanden in It's Learning.

H5 LEIDINGGEVEN 

Na uitleg/toelichting 2e deel H5: 

Lezen en bestuderen H4 blz. 154 t/m 178

Maken bijbehorende opdrachten 12 t/m 26

Uitwerkboekjes beschikbaar.

Tijdens lesuren 13-15 uur ook werken aan LOB en BUR !!

Zie bestanden in It's Learning.

H5 Leidinggeven 

5.4 Delegeren en taakopdrachten geven

Overdragen van een taak met bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Meer verantwoordelijkheden, meer motivatie.

H5 Leidinggeven 

5.4 Delegeren en taakopdrachten geven

Overdragen van een taak met bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Delegatieproces:

welke taken-wie/instructie-informatie-middelen/controle/evaluatie

H5 Leidinggeven 

Delegeren – valkuilen:

• te veel bemoeienis
  
• te weinig aandacht (aan lot overlaten) leidt tot fouten, teleurstelling
  
• bij verantwoordelijkheid hoort bevoegdheid!

5.4 Delegeren en taakopdrachten geven

Delegeren – aandachtspunten:

• niet afschuiven
  
• instructie en begeleiding
  
• zelf eindverantwoordelijk
  
• bespreekmomenten vastleggen
  
• is investering, kost tijd!
• draagt bij aan motivatie en ontwikkeling.

H5 Leidinggeven 

5.4 Delegeren en Taakopdrachten geven

Enkelvoudige (open) taakopdracht:

• manager bepaalt resultaat
  
• medewerker bepaalt zelf hoe hij het resultaat bereikt
  
• routinewerkzaamheden

Meervoudige (gesloten) taakopdracht:

• manager bepaalt resultaat
  
• manager bepaalt manier van werken:

1. - hoe en volgorde
2. - planning (tijd)
3. - hulpmiddelen.

• Voorbereiding-instructie-controle

H5 Leidinggeven 

• groepstaak levert herkenbare bijdrage aan omzet
• teamleden zijn breed inzetbaar
• binnen team is er aanspreekpunt
  
• team heeft eigen hulpmiddelen
  
• passende managementstijl
  
• passend belonings- en beoordelingssysteem.

5.4 Delegeren en Taakopdrachten geven

Bij delegeren hoort zelfsturend team.

Zelfsturende teams – voorwaarden:

• groepstaak is compleet: groepstaak is afgerond geheel van onderling sterk samenhangende activiteiten, naast uitvoering ook voorbereiding, controle en coördinatie
• team heeft voldoende verantwoordelijkheden en bevoegdheden
  
• taken van teamleden zijn van elkaar afhankelijk

H5 Leidinggeven 

5.5 Instructie geven

Duidelijkheid over wie, wat, hoe en wanneer

• doel bepalen, wat wil je bereiken
• doelgroep: wie zijn ze en bereik je ze het beste
• uitleg geven (juiste moment-hoofdlijn=>details-voorbeelden-PPD)
• controleren: wat en hoe
• evalueren (vanuit team!)

H5 Leidinggeven 

5.6 Leiderschapsstijlen

Wat past bij jou of, 

geef ik leiding op een manier afhankelijk van de situatie?

Soorten:

• autoritair/directief
• democratisch
• consulterend
• laisser-faire
• coaching on the job

5.6 Leiderschapsstijlen:

• consultatief: meedenken tm meebeslissen. Zoekt overeenstemming (consensus). Nog meer vanuit de groep / initiatief/ teamwork. Besluitvorming kan lang duren. Beslissing bij leidinggevende !!
• coaching on the job: meewerkend, participerend. Consensus!

• autoritair (rang-functie)/directief (eigen succes): leider bepaalt-geen inspraak-resultaatgericht. Motivatie-betrokkenheid staat onder druk
• democratisch: legt bevoegdheid en verantw. bij groep. Meer betrokkenheid-motivatie-betere uitvoering. Beslissing bij de groep!
• laisser-faire: nauwelijks leiding, laat geheel los. Efficiëntie??

H5 Leidinggeven

5.7 Leiderschapstheorieën: 

Hersey & Blanchard: taakbekwaamheid en gemotiveerdheid.

H5 Leiderschapstheorieen

5.7 X-theorie en Y-theorie van McGregor

Leidinggeven is afhankelijk van mensbeeld die leider heeft.
X- en Y- theorie: 

-   X-theorie zorgt voor een autoritaire leider. Duidelijk, strak, niet motiverend. 

-   Y-theorie zorgt voor een democratische/participerend leider. Motiverend, participerend, betrokken. Tijdrovend/optimaal?

H5 Leiderschapstheorieen

5.7 Managerial grid van Blake en Mouton.

Onderscheid tussen leiders met aandacht 

•  voor de taak : duidelijke opdracht over taken wat, wanneer en hoe uitgevoerd. Eenrichtingsverkeer.

of 

• voor de mens: niet naar taken kijken maar motiveren, stimuleren, begeleiden. Beste eruit halen.

H5 Leidinggeven 

5.7 Transformationeel leiderschap

• inspirerende manager
  
• enthousiast maken voor visie, doelen en plannen
  
• transformatie in het denken van medewerkers
  
• in omgeving met snel wisselende omstandigheden.

H5 Leidinggeven 

5.7 Transformationeel leiderschap: aandachtspunten: 

• inspirerende visie delen
  
• goede voorbeeld geven
  
• oog voor talenten en behoeften
  
• stimuleren om met ideeën te komen
  
• ruimte geven om uit te blinken
  
• persoonlijke en ondernemingsdoelen combineren
  
• werknemers fysiek, psychisch en qua motivatie in balans brengen
  
• niet straffen maar belonen
  
• 
  

H5 Leidinggeven 

Managementvakken verwachting:

Calculaties: 2 studenten geëxamineerd. Nog aanbieden? (enkel STL) (P3-4)

Financieel Management: P3 (enkel STL)

Personeelsmanagement: P2, examen voor kerst

Bedrijfsmanagement: P3, zelfstudie. 

Vakleer: 

vanaf P3 maar nog nader in te vullen.

H5 LEIDINGGEVEN N4

Na uitleg/toelichting 2e deel H5: 

Lezen en bestuderen H4 blz. 154 t/m 178

Maken bijbehorende opdrachten 12 t/m 26

Uitwerkboekjes beschikbaar.

Tijdens lesuren 13-15 uur ook werken aan LOB en BUR !!

Zie bestanden in It's Learning.

H5 LEIDINGGEVEN N4

Na uitleg/toelichting 3e deel H5: 

Lezen en bestuderen H4 blz. 179 t/m 196

Maken bijbehorende opdrachten 27 t/m 39

Uitwerkboekjes beschikbaar.

Tijdens lesuren 13-15 uur ook werken aan LOB en BUR !!

Zie bestanden in It's Learning.

H5 Leidinggeven N4

5.8 Kwaliteitscyclus

• is managementcyclus, PDCA:

• Plan: strategisch plan / doel vertalen naar operationele-meetbare doelen
• Do: uitvoering (5W+H)
• Check: voortgang-resultaten-doelen behaald
• Act: bijstellen en aanpassen.

H5 Leidinggeven N4

5.9 Groepsgericht - individueel gericht leidinggeven

• Van gemeenschappelijk doel naar ieders eigen doelen binnen werk. 
• Aansluiten bij beiden: SMART maken groepsdoelen, aansluitend bij taak-verantwoordelijkheden-bevoegdheden-verwachtingen-wensen bij individu.
• Effectief-situationeel-communicatief leidinggeven.

Spanwijdte: aan wie geef je werkelijk direct leiding (moet)

Omspanningsvermogen (scope of control): op doelmatige wijze kan leidingg.

H5 Leidinggeven N4

5.10 Management by-technieken

• management by authority (MBA): jij bepaalt, directief
• management by direction and control (MBDC): sturend en controlerend
• management by objectives (MBO): aansturen op doelen
• management by exception (MBE): alleen ingrijpen bij uitzondering
• management by walking around (MBWA): korte lijnen houden
• management by seduction (MBS): iets aanbieden, "Verleiden"
• management by delegation (MBD): delegeren.

H5 LEIDINGGEVEN N4

Planning weken:

48: afronden H5, H6

49: H7 + H8

50: proefexamen en vragen

51: examen.

H5 LEIDINGGEVEN N4

Na uitleg/toelichting 3e deel H5: 

Lezen en bestuderen H4 blz. 179 t/m 196

Maken bijbehorende opdrachten 27 t/m 39

Uitwerkboekjes beschikbaar.

Tijdens lesuren 13-15 uur ook werken aan LOB en BUR !!

Zie bestanden in It's Learning.