Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§9.4 Bloed- en orgaandonatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§9.4 Bloed- en orgaandonatie
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Leerdoelen
Weet je nog?
Herhalen §9.4 (deel 1)
Uitleg §9.4 (deel 2)
Aan de slag!
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke bestanddelen van bloed bij een bloedtransfusie gebruikt worden.
Je kunt de bloedgroepen benoemen en van iedere bloedgroep de kenmerken beschrijven.
Je kunt de juiste bloeddonor aan een bloedontvanger koppelen.
Je kunt uitleggen waarom je rekening moet houden met de resusfactor van bloed bij transfusies.
Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een orgaantransplantatie.
Slide 3 - Tekstslide
Weet je nog?
Bij een bloedtransfusie ontvangt iemand vaak maar één deel van het bloed.
1.
2.
3.
Bloedgroep
antigenen
antistof
Slide 4 - Tekstslide
Bloedgroepen
Slide 5 - Tekstslide
Resusfactor
Bloedgroepen hebben ook altijd een + (positief) of - (negatief).
Bijv: A positief (A+) of 0 negatief (0-)
Met 'positief' of 'negatief' wordt de resusfactor van je bloed bedoeld. Is jouw resusfactor positief? Dan heb je het resusantigeen op je bloedcellen. Is jouw resusfactor negatief? Dan heb je geen resusantigeen op je bloedcellen.
85% van de mensen is resuspositief (Rh+). 15% van de mensen is resusnegatief (Rh-).
Resusnegatief bloed (Rh-) maakt antistoffen tegen resuspositief bloed (Rh+)!
Slide 6 - Tekstslide
Resusfactor en zwangerschap
De resusfactor kan problemen geven bij een zwangerschap.
Vrouw met Rh- bloed is zwanger van een baby met Rh+ bloed.
Contact tussen bloed van de vrouw en de baby? --> vrouw maakt antistoffen aan. (kan bij de bevalling).
Vrouw met Rh- bloed heeft nu antistoffen tegen de Rh+ bloedcellen in haar bloed.
Vrouw raakt voor de tweede keer zwanger.
De antistoffen komen in het bloed van de nieuwe baby.
Antistoffen van de moeder vernietigen de rode bloedcellen van de nieuwe baby.
Gevolg: de nieuwe baby krijgt bloedarmoedeen daardoor zuurstofgebrek. (resusziekte).
Is de resusziekte heel erg? --> bloedtransfusie in de baarmoeder.
Slide 7 - Tekstslide
Resusfactor en zwangerschap
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Orgaantransplantatie
Orgaantransplantatie = het overbrengen van een orgaan of weefsel van de ene persoon (orgaandonor) in het lichaam van een andere persoon (ontvanger).
Orgaanafstoting
Bij transplantatie is er een kans dat het lichaam het nieuwe orgaan afstoot.
Andere antigenen op de cellen van het donororgaan
Witte bloedcellen willen die cellen 'bestrijden'
Afstotingsremmers voorkomen orgaanafstoting
Afstotingskans is kleiner als de antigenen van de donor en ontvanger op elkaar lijken (organen van familieleden).
Afstotingsremmers
medicijnen die de afweer remmen (witte bloedcellen maken geen of veel minder antistoffen tegen het donororgaan).
Slide 10 - Tekstslide
Bloedgroepen oefenen
Wat ga je doen?
Opdracht over bloedgroepen maken
Zelfstandig (alleen dus ;))
Snap je iets niet? Gebruik je leerwerkboek om informatie op te zoeken
Kun je het niet vinden in je leerwerkboek? Dan sla je de opdracht over
10 minuten de tijd
Daarna klassikaal bespreken
Klaar? Maak alvast de opdrachten van paragraaf 9.4
Tip: maak de opdrachten met potlood.
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)
lezen: bladzijde 185, 186, 187, 190, 191 en 193
maken: opdracht 14 t/m 22 van 9.4
eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
10 minuten
Laat de gemaakte opdrachten door mij controleren.
Daarna mag je een antwoordboek pakken en nakijken.
timer
10:00
Aan de slag!
Slide 12 - Tekstslide
Afsluiten
Pak je Plenda - Vrijdag 13-12-24 - BI 3e lesuur - m: 14 t/m 22 van 9.4